Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1726 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011
Artikel 47 Uitvoering en controle van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1726)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1726)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
EU-recht / Instituties
Informatierecht / ICT
1.
De uitvoerend directeur voert de begroting van het Agentschap uit.
2.
De uitvoerend directeur doet de begrotingsautoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toekomen.
3.
De rekenplichtige van het Agentschap zendt de voorlopige rekeningen voor het begrotingsjaar N uiterlijk op 1 maart van het begrotingsjaar N+1 toe aan de rekenplichtige van de Commissie en aan de Rekenkamer. De voorlopige rekeningen van de instellingen en de gedecentraliseerde organen worden overeenkomstig artikel 245 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 door de rekenplichtige van de Commissie geconsolideerd.
4.
De uitvoerend directeur zendt uiterlijk op 31 maart van het jaar N+1 een verslag over het budgettair en financieel beheer voor het jaar N toe aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan de Commissie en aan de Rekenkamer.
5.
De rekenplichtige van de Commissie zendt de voorlopige rekeningen van het Agentschap voor het jaar N, die met de rekeningen van de Commissie zijn geconsolideerd, uiterlijk op 31 maart van het jaar N+1 aan de Rekenkamer toe.
6.
Overeenkomstig artikel 246 van Verordening (EG, Euratom) 2018/1046 maakt de uitvoerend directeur, na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van het Agentschap, onder zijn eigen verantwoordelijkheid de definitieve rekeningen van het Agentschap op en legt hij deze voor advies aan de raad van bestuur voor.
7.
De raad van bestuur brengt een advies uit over de definitieve rekeningen van het Agentschap voor het jaar N.
8.
Uiterlijk op 1 juli van het jaar N+1 zendt de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen, vergezeld van het advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan de Commissie en aan de Rekenkamer, alsmede aan de landen die zijn betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de Dublin- en Eurodac-maatregelen.
9.
De definitieve rekeningen voor het jaar N worden uiterlijk op 15 november van het jaar N+1 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
10.
De uitvoerend directeur dient uiterlijk op 30 september van het jaar N+1 een antwoord op de opmerkingen van de Rekenkamer in bij deze instelling. De uitvoerend directeur zendt het antwoord tevens toe aan de raad van bestuur.
11.
De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het jaar N, overeenkomstig artikel 261, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
12.
Vóór 15 mei van het jaar N+2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de uitvoerend directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar N.