Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 5.10 Accreditatierapport
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het accreditatieorgaan legt in het accreditatierapport vast:
- a.
het advies van de commissie van deskundigen over de kwaliteitsaspecten;
- b.
zijn bevindingen;
- c.
de te verbeteren kwaliteitsaspecten, voor zover zich naar zijn oordeel ten aanzien van een of meer van die aspecten tekortkomingen voordoen die binnen afzienbare tijd kunnen worden weggenomen;
- d.
het eindoordeel voldoende of onvoldoende;
- e.
het onderdeel van de Registratie instellingen en opleidingen, bedoeld in artikel 6.13, dat naar zijn oordeel voor de opleiding passend is;
- f.
het oordeel over de naam en de toevoeging aan de graad, bedoeld in artikel 5.6, derde lid, onderdelen b en c;
- g.
de bijzondere kenmerken van de opleiding, voor zover van toepassing.
2.
Het accreditatierapport is onderdeel van het besluit op de aanvraag voor een toets nieuwe opleiding.
3.
Alvorens een besluit te nemen op de aanvraag stelt het accreditatieorgaan binnen een door hem te bepalen termijn het instellingsbestuur in de gelegenheid zijn zienswijze over het voorgenomen besluit naar voren te brengen.
4.
Gelijktijdig met de bekendmaking aan het instellingsbestuur van het besluit op de aanvraag, publiceert het accreditatieorgaan het besluit op een voor ieder kenbare wijze.