Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied
Artikel 21 Assistentie door vaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2008
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van november 2008.
- Bronpublicatie:
10-04-2003, Trb. 2004, 54 (uitgifte: 12-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Trb. 2010, 253 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Elke Partij kan een andere Partij verzoeken een of meer vaartuigen van haar rechtshandhavingsautoriteit beschikbaar te stellen om de verzoekende Partij op doeltreffende wijze te assisteren bij het patrouilleren en surveilleren teneinde sluikhandel over de zee en door de lucht in het Caribisch gebied op te sporen en te voorkomen.
2.
Wanneer een verzoek uit hoofde van het eerste lid van dit artikel wordt gehonoreerd, verstrekt elke aangezochte Partij de verzoekende Partij via veilige communicatiekanalen de volgende informatie:
- a.
de naam en een beschrijving van de vaartuigen van haar rechtshandhavingsautoriteit;
- b.
de data waarop, en de tijdvakken waarin, zij beschikbaar zijn;
- c.
de namen van de bevelvoerende officieren van de vaartuigen; en
- d.
overige relevante informatie.