Einde inhoudsopgave
Algemene douaneregeling
Artikel 2:4
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2016
- Bronpublicatie:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21764 (uitgifte: 28-04-2016, regelingnummer: AFP/2016/372M)
- Inwerkingtreding
01-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21764 (uitgifte: 28-04-2016, regelingnummer: AFP/2016/372M)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Agrarisch recht (V)
Douane (V)
Fiscaal strafrecht (V)
1.
Degene die aan de kust goederen heeft opgevist of gered, dan wel aldaar aangespoelde of gestrande goederen heeft geborgen, geeft daarvan onverwijld kennis aan de inspecteur. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder kust mede verstaan de wateren, stranden en oevers welke op grond van artikel 21 van de Wet op de strandvonderij worden beschouwd te behoren tot de zee en het zeestrand.
2.
De goederen worden zonder toestemming van de inspecteur niet verder landinwaarts gebracht dan tot de eerste plaats waar zij tegen beschadiging door het zeewater zijn beveiligd.
3.
Na de kennisgeving worden de goederen aangemerkt als binnengebrachte goederen in de zin van artikel 134, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie.