Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 4
Artikel 188 [Verklaring van erfrecht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Voorheen art. 5.1.5a van de Wet tot vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
- Bronpublicatie:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
1.
Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waarin een notaris een of meer van de volgende feiten vermeldt:
- a.
dat een of meer in de verklaring genoemde personen, al dan niet voor bepaalde erfdelen, erfgenaam zijn of de enige erfgenamen zijn, met vermelding of zij de nalatenschap reeds hebben aanvaard;
- b.
dat al dan niet aan de echtgenoot van de erflater het vruchtgebruik van een of meer tot de nalatenschap behorende goederen krachtens afdeling 2 van titel 3 toekomt, met vermelding of aan hem een machtiging tot vervreemden of bezwaren of een bevoegdheid tot vervreemding en vertering is verleend, alsmede of en tot welk tijdstip de echtgenoot een beroep toekomt op artikel 29 leden 1 en 3;
- c.
dat de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, met vermelding of en tot welk moment de echtgenoot de bevoegdheid toekomt als bedoeld in artikel 18 lid 1;
- d.
dat al dan niet het beheer van de nalatenschap aan executeurs, bewindvoerders of krachtens de derde afdeling van deze titel benoemde vereffenaars is opgedragen, met vermelding van hun bevoegdheden; of
- e.
dat een of meer in de verklaring genoemde personen executeur, bewindvoerder of vereffenaar zijn.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften omtrent de inhoud en de opstelling van deze verklaringen worden vastgesteld.