Stageverordening
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door Justitie bij brief d.d. 13-09-2000, nr. 5047950/00/06. In de Staatscourant is lid 1 niet genummerd.
- Bronpublicatie:
21-06-2000, Stcrt. 2000, 182 (uitgifte: 20-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2000, Stcrt. 2000, 182 (uitgifte: 20-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
De notaris op wiens kantoor de kandidaat-notaris tijdens zijn stage werkzaam is draagt zorg voor een voldoende begeleiding van diens werkzaamheden tijdens de stage. Is de kandidaat-notaris werkzaam bij een maatschap waarbij meer notarissen werkzaam zijn dan rust deze verplichting op iedere notaris.
2.
De notaris geeft de kandidaat-notaris leiding, voorlichting en raad bij zijn functioneren als kandidaat-notaris.
3.
De notaris geeft de kandidaat-notaris tijdens de stage de mogelijkheid om zich in alle gebruikelijke notariële werkzaamheden te bekwamen.
4.
De notaris geeft de kandidaat-notaris voldoende gelegenheid om vanaf de aanvaarding van het dienstverband de beroepsopleiding te volgen, de daarbij behorende examens af te leggen en om aan de in artikel 3 eerste lid bedoelde cursussen deel te nemen die behoren bij zijn opleiding tijdens de stage.
5.
Wanneer de kandidaat-notaris tot waarnemer benoembaar is en zich daartoe bereid heeft verklaard dient de notaris, behoudens bijzondere omstandigheden, een verzoek in om hem tot waarnemer te benoemen als bedoeld in artikel 29 lid 2 eerste zin van de Wet op het notarisambt.
6.
Wanneer de kandidaat-notaris op grond van het verzoek als bedoeld in lid 5 tot waarnemer is benoemd dan stelt de notaris hem, behoudens bijzondere omstandigheden, in staat om gedurende ten minste tien werkdagen per jaar de waarneming uit te oefenen.