Einde inhoudsopgave
Besluit zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs
Artikel 5 Criteria assessment
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 522 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De vaststelling van de geschiktheid van de betrokkene vindt plaats door beoordeling van kennis, inzicht en vaardigheden op het terrein van:
- a.
het handelen in het onderwijsleerproces,
- b.
het algemeen professioneel handelen, en
- c.
het werken binnen een onderwijsorganisatie.
2.
Indien de beoordeling betrekking heeft op de geschiktheid voor het geven van basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, omvat de in het eerste lid bedoelde vaststelling tevens beoordeling van de beroepshouding.
3.
De in het eerste lid, aanhef en onder a, bedoelde beoordeling omvat de vaststelling of de betrokkene in voldoende mate beschikt over:
- a.
het vermogen tot het begeleiden van leerlingen in hun leerproces,
- b.
het vermogen tot het presenteren van informatie, en
- c.
het vermogen tot omgaan met een groep, klassenorganisatie en groepsmanagement.
4.
De in het eerste lid, aanhef en onder b, bedoelde beoordeling omvat de vaststelling of de betrokkene in voldoende mate beschikt over:
- a.
het vermogen tot reflectie en het nemen van initiatief,
- b.
het vermogen tot ontwikkeling van eigen professionele deskundigheid, en
- c.
vakdeskundigheid.
5.
De in het vierde lid, onder c, bedoelde vakdeskundigheid omvat in het bijzonder taal en rekenen/wiskunde voor zover het betreft het geven van basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs.
6.
De in het eerste lid, aanhef en onder c, bedoelde beoordeling omvat de vaststelling of de betrokkene in voldoende mate beschikt over het vermogen om met anderen samen te werken in een team of sectie. Tevens omvat deze beoordeling de vaststelling van de kennis van het onderwijs.
7.
De vaststelling, bedoeld in het derde, vierde en zesde lid, omvat tevens vaststelling van de terreinen waarop scholing en begeleiding als bedoeld in artikel 172, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 152, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de expertisecentra of artikel 7.27, vierde lid, onderdeel c, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 moeten zijn gericht, alsmede van de mate van scholing en begeleiding.