Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen
Artikel 3 Verspreiding van racistisch en xenofobisch materiaal via computersystemen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2006
- Bronpublicatie:
28-01-2003, Trb. 2005, 46 (uitgifte: 23-02-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-2010, Trb. 2010, 334 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Informatierecht / ICT
1.
Elke Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig kunnen zijn om de volgende gedragingen in haar nationale wetgeving strafbaar te stellen wanneer deze opzettelijk en onrechtmatig plaatsvinden:
het publiekelijk verspreiden, of op andere wijze voor het publiek beschikbaar maken van racistisch en xenofobisch materiaal via een computersysteem.
2.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden de gedragingen omschreven in het eerste lid van dit artikel niet strafbaar te stellen wanneer het materiaal, zoals omschreven in artikel 2, eerste lid, discriminatie bevordert, aanmoedigt of hiertoe aanzet die geen verband houdt met haat of geweld, mits andere doeltreffende rechtsmiddelen beschikbaar zijn.
3.
Niettegenstaande het tweede lid van dit artikel kan een Partij zich het recht voorbehouden het eerste lid niet toe te passen in die gevallen van discriminatie ten aanzien waarvan zij, als gevolg van gevestigde beginselen in haar nationale rechtsstelsel betreffende de vrijheid van meningsuiting, niet kan zorgen voor doeltreffende rechtsmiddelen bedoeld in het genoemde tweede lid.