Artikel 3 [Vermogenstoets zorgtoeslag]

In afwijking van artikel 7, derde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, bestaat geen aanspraak op een zorgtoeslag indien de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, van de verzekerde aan het begin van het berekeningsjaar meer bedraagt dan € 141.896 of, indien de verzekerde het gehele berekeningsjaar dezelfde partner heeft, de gezamenlijke rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3, van de Wet inkomstenbelasting 2001, van de verzekerde en zijn partner aan het begin van het berekeningsjaar meer bedraagt dan € 179.429. Bij de bepaling van de rendementsgrondslag, bedoeld in de vorige zin, wordt geen rekening gehouden met de vrijstelling, bedoeld in artikel 5.13 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Bij het begin van het kalenderjaar worden de bedragen, bedoeld in het eerste lid, bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Indien er aanleiding is om de bedragen, bedoeld in het eerste lid, te verhogen op een andere wijze dan op grond van het tweede lid, worden de bedragen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur.

De overeenkomstig het tweede en derde lid aangepaste bedragen treden in de plaats van de bedragen, genoemd in het eerste lid.

Indien een verhoging als bedoeld in het derde lid wordt toegepast, vindt deze verhoging plaats nadat het tweede lid toepassing heeft gevonden.