Einde inhoudsopgave
Waterstaatswet 1900
Artikel 104 [Inwerkingtreding]
Geldend
Geldend vanaf 27-06-1923
- Bronpublicatie:
11-05-1923, Stb. 1923, 197 (uitgifte: 01-01-1923, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-10-1921, Stb. 1921, 1125 (uitgifte: 01-01-1921, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-06-1923
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-1923, Stb. 1923, 197 (uitgifte: 01-01-1923, kamerstukken/regelingnummer: -)
11-05-1923, Stb. 1923, 197 (uitgifte: 01-01-1923, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
1.
Door Ons wordt bepaald, op welk tijdstip, of op welke tijdstippen onderscheidenlijk de bepalingen dezer wet in werking treden, voorzoover dit niet reeds is geschied.
2.
Met de inwerkingtreding dezer wet, zooals zij oorspronkelijk is vastgesteld, zijn vervallen de wet van 12 Juli 1855 (Staatsblad n°. 102), tot voorloopige voorziening in sommige waterstaatsbelangen, alsmede art. 7 van het Koninklijk besluit van 17 December 1819 n° 1 en de Koninklijke besluiten van 29 Maart 1822 (Staatsblad n°. 7), 7 September 1822 (Staatsblad n°. 42), 23 September 1849 (Staatsblad n°. 50) en 14 April 1850 (Staatsblad n°. 16).
3.
Met de inwerkingtreding van de bepalingen van § 17 dezer wet, vervallen het Koninklijk besluit van 21 Augustus 1835, n°. 23, houdende vaststelling van een reglement op de correspondentie bij ijsgang en hoog opperwater op de rivieren, met de besluiten, waarbij dat Koninklijk besluit is gewijzigd of aangevuld en de besluiten, die ter uitvoering daarvan zijn genomen, en het Koninklijk besluit van 18 December 1820, n°. 70.