Reglement zee- en kustvisserij 1977
Artikel 6a
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2007
- Bronpublicatie:
17-08-2007, Stb. 2007, 317 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-08-2007, Stb. 2007, 317 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Het is verboden met een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 1471 kW uit te varen, de visserij uit te oefenen of vis aan te landen.
2.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op:
- a.
een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 1471 kW dat op de dag van inwerkingtreding van de Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen (Stcrt. 1987, 184) staat geregistreerd in het centraal visserijregister, voor zolang nog geen 20 jaren zijn verstreken nadat het vissersvaartuig voor de eerste maal in het centraal visserijregister is geregistreerd en het motorvermogen sinds de dag van inwerkingtreding van de Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen niet is toegenomen;
- b.
een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 1471 kW, waarvoor vóór 25 februari 1987 een investeringsverplichting is aangegaan, en waarvan:
- 1°
de kiel vóór 25 september 1987 is gelegd of
- 2°
de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald vissersvaartuig vóór 25 september 1987 is aangevangen en voor deze datum is aangevangen met de samenbouw die ten minste 50.000 kg moet omvatten of één percent van de geschatte massa van al het bouwmateriaal, welke van deze twee waarden de laagste is,
en dat vóór 25 februari 1990 in gebruik is genomen, voor zolang nog geen 20 jaren zijn verstreken nadat het vissersvaartuig voor de eerste maal in het centraal visserijregister is geregistreerd;
- c.
een vissersvaartuig met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend.
3.
Onze Minister kan nadere regelen stellen voor een goede werking van het bepaalde in het eerste en tweede lid.