Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:17 Besluit tot afschrijving en omzetting buiten SRM
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 632 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35908)
- Inwerkingtreding
21-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, Stb. 2021, 633 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank besluit tot afschrijving en omzetting van relevante kapitaalinstrumenten en de in het zevende lid bedoelde in aanmerking komende passiva van een beleggingsonderneming die geen onderdeel is van een groep of van entiteiten van een groep die niet valt onder de werking van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, indien wordt voldaan aan een van de voorwaarden, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van die verordening.
2.
De bevoegdheid om relevante kapitaalinstrumenten en in het zevende lid bedoelde in aanmerking komende passiva af te schrijven of om te zetten kan als volgt worden uitgeoefend:
- a.
onafhankelijk van afwikkelingsmaatregelen; of
- b.
in combinatie met een afwikkelingsmaatregel, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voor afwikkeling, bedoeld in artikel 18, eerste lid, eerste alinea, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme.
3.
Indien relevante kapitaalinstrumenten en in aanmerking komende passiva indirect aan de af te wikkelen entiteit zijn uitgegeven via andere entiteiten in dezelfde af te wikkelen groep, wordt de bevoegdheid om die relevante kapitaalinstrumenten en in aanmerking komende passiva af te schrijven of om te zetten uitgeoefend samen met dezelfde bevoegdheid op het niveau van de moederonderneming van de betrokken entiteit of op het niveau van andere moederondernemingen die geen af te wikkelen entiteiten zijn, teneinde de verliezen daadwerkelijk door te schuiven naar de af te wikkelen entiteit en de betrokken entiteit te herkapitaliseren door de af te wikkelen entiteit.
4.
Op de toepassing van de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, is artikel 21, derde tot en met vijfde lid, zevende lid en zevende lid ter, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme van overeenkomstige toepassing.
5.
Voor de afschrijving en omzetting van relevante kapitaalinstrumenten en in het zevende lid bedoelde in aanmerking komende passiva van een entiteit die onderdeel is van een groep als bedoeld in het eerste lid, waarvan de Nederlandsche Bank niet de groepsafwikkelingsautoriteit is:
- a.
dient het oordeel van de Nederlandsche Bank over de levensvatbaarheid van de groep in overeenstemming te zijn met het oordeel van de daartoe aangewezen autoriteit van de staat van de consoliderende toezichthouder, indien de entiteit een dochteronderneming is; en
- b.
oordeelt uitsluitend de daartoe aangewezen autoriteit van de staat van de consoliderende toezichthouder over de levensvatbaarheid van de groep, indien de entiteit de moederonderneming is.
6.
Ter voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid, wordt een waardering verricht van de activa en passiva van de entiteit. Artikel 20, eerste tot en met vijftiende lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme is van overeenkomstige toepassing.
7.
De bevoegdheid om in aanmerking komende passiva onafhankelijk van afwikkelingsmaatregelen op grond van het eerste lid af te schrijven of om te zetten, kan alleen worden uitgeoefend met betrekking tot in aanmerking komende passiva die aan de in artikel 45 septies, tweede lid, onderdeel a, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen bedoelde voorwaarden voldoen, met uitzondering van de voorwaarde die betrekking heeft op de resterende looptijd van passiva, bedoeld in artikel 72 quater, eerste lid, van de verordening kapitaalvereisten. Indien die bevoegdheid wordt uitgeoefend, is artikel 3A:20, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.