Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de uitvoering van Deel XI van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982
Artikel 7 Voorlopige toepassing
Geldend
Geldend vanaf 28-07-1996
- Bronpublicatie:
28-07-1994, Trb. 1995, 196 (uitgifte: 15-08-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 273 (uitgifte: 09-10-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien deze Overeenkomst op 16 november 1994 niet in werking is getreden, wordt zij in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig toegepast door:
- a.
de Staten die hebben ingestemd met de aanneming ervan in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, met uitzondering van de Staten die voor 16 november 1994 de depositaris schriftelijk mededelen dat zij deze Overeenkomst niet voorlopig zullen toepassen of dat zij eerst na ondertekening of schriftelijke mededeling met voorlopige toepassing zullen instemmen;
- b.
Staten en lichamen die deze Overeenkomst ondertekenen, met uitzondering van de Staten of lichamen die de depositaris op het tijdstip van ondertekening schriftelijk mededelen dat zij deze Overeenkomst niet voorlopig zullen toepassen;
- c.
Staten en lichamen die instemmen met de voorlopige toepassing door de depositaris een daartoe strekkende schriftelijke mededeling te doen;
- d.
Staten die tot deze Overeenkomst toetreden.
2.
Al deze Staten en lichamen passen deze Overeenkomst voorlopig toe in overeenstemming met hun nationale of interne wetten en voorschriften met ingang van 16 november 1994 of van de datum van ondertekening, mededeling van instemming of toetreding, indien deze datum later valt.
3.
De voorlopige toepassing eindigt op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst. In elk geval eindigt de voorlopige toepassing op 16 november 1998 indien op die datum niet is voldaan aan de in artikel 6, eerste lid, genoemde voorwaarde dat ten minste zeven van de Staten (waarvan ten minste vijf ontwikkelde Staten moeten zijn) bedoeld in paragraaf 1, letter a, van resolutie II, ermede hebben ingestemd door deze Overeenkomst te worden gebonden.