Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/942 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/942)
- Inwerkingtreding
04-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/942)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Instituties
Energierecht / Distributie
(herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4), waarbij een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) werd opgericht, is ingrijpend gewijzigd (5). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, moet die verordening duidelijkheidshalve worden herschikt.
- (2)
De oprichting van ACER heeft de coördinatie tussen de regulerende instanties over grensoverschrijdende aangelegenheden duidelijk verbeterd. Sinds zijn oprichting heeft ACER op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6) nieuwe belangrijke taken gekregen op het gebied van het toezicht op groothandelsmarkten, op grond van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) op het gebied van grensoverschrijdende energie-infrastructuur, en op grond van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad (8) op het gebied van veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid.
- (3)
Verwacht wordt dat de behoefte aan coördinatie van de nationale regelgeving de komende jaren verder zal toenemen. Het energiesysteem van de Unie ondergaat momenteel zijn meest diepgaande verandering in tientallen jaren. Meer marktintegratie en de verandering naar een meer variabele elektriciteitsproductie vereist meer inspanningen om het nationale energiebeleid te coördineren met dat van buurlanden en meer inspanningen om de kansen van de grensoverschrijdende verkoop van elektriciteit te benutten.
- (4)
Uit de ervaring met de tenuitvoerlegging van de interne markt blijkt dat ongecoördineerde nationale maatregelen kunnen leiden tot ernstige marktproblemen, met name in gebieden met veel interconnecties waar de besluiten van de lidstaten vaak een voelbaar effect hebben op hun buurlanden. Om de positieve effecten van de interne elektriciteitsmarkt voor het welzijn van de consument, de voorzieningszekerheid en het koolstofvrij maken te bereiken, moeten de lidstaten, en met name hun onafhankelijke regulerende instanties, samenwerken op het gebied van regelgeving met een grensoverschrijdend effect.
- (5)
Gefragmenteerde nationale staatsinterventies in energiemarkten vormen een toenemend risico voor het goed functioneren van de grensoverschrijdende elektriciteitsmarkten. ACER moet daarom een rol krijgen bij de ontwikkeling van een gecoördineerde Europese hulpbrontoereikendheidbeoordeling, in nauwe samenwerking met het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders (‘ENTSB voor elektriciteit’), om de problemen van gefragmenteerde nationale beoordelingen die verschillende ongecoördineerde methoden volgen en waarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met de situatie in buurlanden, te vermijden. ACER moet ook toezicht houden op de technische parameters die door het ENTSB voor elektriciteit zijn ontwikkeld voor de efficiënte deelname van grensoverschrijdende capaciteiten en andere technische eigenschappen van capaciteitsmechanismen.
- (6)
Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die op het gebied van de integratie en de interconnectie op de interne elektriciteitsmarkt is geboekt, zijn sommige lidstaten of regio's nog steeds geïsoleerd of onvoldoende met elkaar verbonden, in het bijzonder insulaire lidstaten en lidstaten in de periferie van de Unie. ACER moet bij zijn werk zo nodig rekening houden met de specifieke situatie van deze lidstaten of regio's.
- (7)
De zekerheid van de elektriciteitsvoorziening vereist een gecoördineerde aanpak om zich voor te bereiden op onverwachte voorzieningscrises. ACER moet derhalve de nationale acties in verband met risicoparaatheid coördineren, in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad (9).
- (8)
Als gevolg van de sterke interconnectie van het elektriciteitsnet van de Unie en de toenemende noodzaak om samen te werken met buurlanden om netstabiliteit te behouden en grote hoeveelheden hernieuwbare energie in het net op te nemen, zullen regionale coördinatiecentra een belangrijke rol spelen bij de coördinatie van transmissiesysteembeheerders. ACER moet ervoor zorgen dat er, waar nodig, regelgevend toezicht is op de regionale coördinatiecentra.
- (9)
Aangezien grote delen van de nieuwe elektriciteitsproductie op lokaal niveau zullen worden aangesloten, zullen distributiesysteembeheerders een belangrijke rol spelen bij de exploitatie van het Europese elektriciteitssysteem op flexibele en doeltreffende wijze.
- (10)
De lidstaten moeten nauw samenwerken en de obstakels uit de weg ruimen voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en aardgas, teneinde de doelstellingen van het energiebeleid van de Unie te bereiken. ACER werd opgericht om de regelgevingskloof op het niveau van de Unie te dichten en bij te dragen tot een efficiënte werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas. ACER stelt regulerende instanties in staat op het niveau van de Unie intensiever samen te werken en op wederzijdse basis aan de uitvoering van Uniegerelateerde taken deel te nemen.
- (11)
ACER moet ervoor zorgen dat de reguleringstaken die de regulerende instanties overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad (10) en Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) verrichten, op het niveau van de Unie naar behoren worden gecoördineerd en zo nodig aangevuld. Daartoe moet de onafhankelijkheid van ACER ten aanzien van elektriciteits- en gasproducenten, publieke of particuliere transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders en consumenten gewaarborgd worden, moet verzekerd worden dat zijn optreden met het recht van de Unie strookt en moeten zijn technische en regulerende capaciteiten, transparantie, ontvankelijkheid voor democratische controle, inclusief aflegging van rekenschap aan het Europees Parlement, en efficiëntie gewaarborgd zijn.
- (12)
ACER moet toezicht uitoefenen op de regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders in de elektriciteit- en de gassector en op de uitvoering van de taken van het ENTSB voor elektriciteit en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (‘ENTSB voor gas’). ACER moet ook toezicht houden op de uitvoering van de taken van andere entiteiten met gereguleerde functies met een Uniebrede dimensie, zoals energiebeurzen. De betrokkenheid van ACER is van essentieel belang om te zorgen voor een efficiënte en transparante samenwerking tussen systeembeheerders en het functioneren van andere entiteiten met Uniebrede functies in het belang van de interne markten voor elektriciteit en aardgas.
- (13)
De regulerende instanties moeten zorgen voor onderlinge coördinatie bij de uitvoering van hun taken, teneinde te garanderen dat het ENTSB voor elektriciteit en de Europese entiteit van distributiesysteembeheerders (‘EU DSB-entiteit’) en de regionale coördinatiecentra voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het regelgevingskader van de interne energiemarkt, en de besluiten van ACER naleven. Wegens de uitbreiding van de operationele verantwoordelijkheden van het ENTSB voor elektriciteit, de EU DSB-entiteiten de regionale coördinatiecentra moet het toezicht op dergelijke op regionaal of Europees niveau actieve entiteiten worden versterkt. De bij deze verordening vastgestelde procedure zorgt ervoor dat ACER de regulerende instanties ondersteunt bij de uitvoering van deze taken als bedoeld in Richtlijn (EU) 2019/944.
- (14)
Om ervoor te zorgen dat ACER over de nodige informatie beschikt om zijn taken uit te voeren, moet het die informatie kunnen vragen aan en ontvangen van de regulerende instanties, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de regionale coördinatiecentra, de EU DSB-entiteit, de transmissiesysteembeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders.
- (15)
ACER moet in samenwerking met de Commissie, de lidstaten en de betreffende nationale instanties toezien op de interne markten voor elektriciteit en aardgas, en het Europees Parlement, de Commissie en de nationale instanties zo nodig van zijn bevindingen op de hoogte stellen. Deze toezichtstaken van ACER mogen het toezicht door de Commissie of de nationale instanties, en in het bijzonder door de nationale mededingingsautoriteiten, niet overlappen of hinderen.
- (16)
ACER biedt een geïntegreerd kader dat de regulerende instanties in staat stelt deel te nemen en samen te werken. Dit kader bevordert de uniforme toepassing van de wetgeving inzake de interne markten voor elektriciteit en gas in de gehele Unie. In bepaalde zaken waarbij meer dan een lidstaat is betrokken, heeft ACER de bevoegdheid gekregen zelf individuele beslissingen te nemen. Deze bevoegdheid moet onder duidelijk gespecificeerde voorwaarden gelden voor technische en reguleringskwesties die regionaal gecoördineerd moeten worden, met name kwesties ten aanzien van de uitvoering van netcodes en richtsnoeren, samenwerking binnen regionale coördinatiecentra, de reguleringsbesluiten die nodig zijn om doeltreffend toezicht te houden op de integriteit en de transparantie van de groothandelsenergiemarkt, besluiten betreffende de infrastructuur voor elektriciteit en aardgas die ten minste twee lidstaten verbindt of kan verbinden, en ten slotte voor vrijstellingen van de internemarktregelgeving voor nieuwe elektriciteitsinterconnectoren en voor nieuwe gasinfrastructuur die in meer dan één lidstaat ligt.
- (17)
Herzieningen van netcodes en richtsnoeren betreffen wijzigingen die noodzakelijk zijn om rekening te houden met de ontwikkeling van de markt, zonder die netcodes en richtsnoeren substantieel te wijzigen of nieuwe bevoegdheden voor ACER in het leven te roepen.
- (18)
ACER speelt een belangrijke rol bij de uitwerking van kaderrichtsnoeren die naar hun aard niet-bindend zijn. De netcodes moeten overeenstemmen met die kaderrichtsnoeren. Het wordt tevens passend en in overeenstemming met zijn doel geacht dat ACER een rol speelt bij de beoordeling en wijziging van de ontwerpnetcodes, teneinde te garanderen dat deze overeenstemmen met de kaderrichtsnoeren en te zorgen voor de nodige mate van harmonisatie, voordat het deze ter aanneming aan de Commissie voorlegt.
- (19)
Met de goedkeuring van een reeks netcodes en richtsnoeren die een stapsgewijze invoering en verdere verfijning van gemeenschappelijke regionale en Uniebrede regels bieden, heeft ACER een grotere rol gekregen bij het toezicht op en het bijdragen aan de uitvoering van de netcodes en richtsnoeren. Doeltreffend toezicht op netcodes en richtsnoeren is een belangrijke functie van ACER en is cruciaal voor de uitvoering van de internemarktregels.
- (20)
Bij de invoering van netcodes en richtsnoeren is gebleken dat het nuttig zou zijn de procedures voor de formele goedkeuring van regionale of voor de hele Unie geldende voorwaarden of methoden die in het kader van de netcodes en de richtsnoeren moeten worden ontwikkeld, te stroomlijnen, door ze rechtstreeks in te dienen bij ACER, zodat de regulerende instanties die zijn vertegenwoordigd in de raad van regulators, een besluit kunnen nemen over dergelijke voorwaarden of methoden.
- (21)
Aangezien voor de stapsgewijze harmonisatie van de energiemarkten van de Unie regelmatig regionale oplossingen moeten worden gevonden als tussentijdse maatregel en een groot aantal voorwaarden en methoden moet worden goedgekeurd door een beperkt aantal regulerende instanties voor een specifieke regio, is het passend dat de regionale dimensie van de interne markt doorklinkt in deze verordening en dat voor passende governancemechanismen wordt gezorgd. Besluiten betreffende voorstellen voor gezamenlijke regionale voorwaarden of methoden moeten daarom worden getroffen door de bevoegde regulerende instanties van de betrokken regio, tenzij die besluiten een tastbaar effect hebben op de interne energiemarkt buiten de betrokken regio.
- (22)
Aangezien ACER overzicht heeft over de regulerende instanties, moet het de taak krijgen om aan de Commissie, andere instellingen van de Unie en regulerende instanties advies uit te brengen over alle kwesties die in verband staan met het doel waarvoor het is opgericht. Ook moet het de Commissie informeren wanneer het van oordeel is dat de samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders niet het noodzakelijke resultaat oplevert of wanneer een regulerende instantie die een beslissing heeft genomen welke de netcodes en richtsnoeren schendt, een advies, aanbeveling of besluit van ACER niet adequaat heeft uitgevoerd.
- (23)
ACER moet ook aanbevelingen kunnen doen om de regulerende instanties en de marktdeelnemers te helpen bij de uitwisseling van deugdelijke werkmethoden.
- (24)
Het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, de transmissiesysteembeheerders, de regionale coördinatiecentra en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders moeten de grootst mogelijke aandacht besteden aan de krachtens deze verordening tot hen gerichte adviezen en aanbevelingen van ACER.
- (25)
ACER moet zo nodig overleg plegen met belanghebbende partijen en hun in redelijke mate de mogelijkheid bieden commentaar te leveren op de voorgestelde maatregelen, zoals netcodes en voorschriften.
- (26)
ACER moet bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren inzake trans-Europese energienetwerken, zoals vermeld in Verordening (EU) nr. 347/2013, met name wanneer het advies uitbrengt over de niet-bindende tienjarige Uniebrede netontwikkelingsplannen (Uniebrede netontwikkelingsplannen).
- (27)
ACER moet bijdragen aan de inspanningen om de zekerheid van de energievoorziening te vergroten.
- (28)
De activiteiten van ACER moeten in overeenstemming zijn met de doelstellingen en streefcijfers van de energie-unie met haar vijf nauw met elkaar verbonden en elkaar versterkende dimensies, met inbegrip van decarbonisatie, zoals uiteengezet in artikel 1 van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad (12).
- (29)
Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel mag ACER enkel individuele besluiten nemen in duidelijk omschreven omstandigheden en over kwesties die strikt verband houden met de doeleinden waarvoor het is opgericht.
- (30)
Om ervoor te zorgen dat het kader van ACER efficiënt is en coherent met dat van andere gedecentraliseerde agentschappen, moeten de regels die voor ACER gelden worden afgestemd op de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen die is overeengekomen tussen het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie (13) (‘gemeenschappelijke aanpak’). Voor zover nodig moet de structuur van ACER echter worden afgestemd op de specifieke vereisten van de regulering op energiegebied. Met name moet ten volle rekening worden gehouden met de specifieke rol van de regulerende instanties en moet hun onafhankelijkheid worden gegarandeerd.
- (31)
Aanvullende wijzigingen van deze verordening kunnen in de toekomst worden overwogen om haar volledig in overeenstemming te brengen met de gemeenschappelijke aanpak. Gezien de huidige behoeften aan regulering op energiegebied zijn afwijkingen van de gemeenschappelijke aanpak nodig. De Commissie moet een evaluatie uitvoeren om de prestaties van ACER in het licht van de doelstellingen van ACER, het mandaat en de taken te beoordelen en de Commissie moet na die evaluatie wijzigingen van deze verordening kunnen voorstellen.
- (32)
De raad van bestuur dient over de nodige bevoegdheden te beschikken om de begroting vast te stellen, op de uitvoering daarvan toe te zien, een huishoudelijk reglement op te stellen, een financiële regeling vast te stellen en een directeur te benoemen. Er moet worden voorzien in een regeling betreffende de rotatie van door de Raad benoemde leden van de raad van bestuur, om over langere tijd gezien een evenwichtige deelname door de lidstaten mogelijk te maken. De raad van bestuur moet onafhankelijk en op objectieve wijze optreden, in het algemeen belang, en mag geen politieke instructies verlangen of volgen.
- (33)
ACER dient over de nodige bevoegdheden te beschikken om zijn regelgevingstaken efficiënt, transparant, onderbouwd en vooral onafhankelijk te vervullen. De onafhankelijkheid van ACER ten aanzien van elektriciteits- en gasproducenten en transmissie- en distributiesysteembeheerders, alsook van andere particuliere en bedrijfsbelangen, is niet alleen een basisbeginsel van goed bestuur, maar is ook van essentieel belang voor het marktvertrouwen. Onverminderd het feit dat zijn leden namens hun respectieve nationale instanties optreden, moet de raad van regulators daarom onafhankelijk van de belangen van de markt opereren, moet hij belangenverstrengeling vermijden en mag hij geen instructies verlangen of volgen noch aanbevelingen aanvaarden van een regering van een lidstaat, de instellingen van de Unie of een andere publieke of particuliere entiteit of persoon. De beslissingen van de raad van regulators moeten tegelijkertijd in overeenstemming zijn met het recht van de Unie inzake energie, zoals de interne energiemarkt, het milieu en mededinging. De raad van regulators moet verslag uitbrengen aan de instellingen van de Unie over zijn adviezen, aanbevelingen en besluiten.
- (34)
In gevallen waarin ACER beslissingsbevoegdheden heeft, moeten de betrokken partijen om redenen van proceseconomie het recht krijgen om in beroep te gaan bij een raad van beroep, die deel moet uitmaken van ACER, maar wel onafhankelijk moet zijn van zijn bestuurlijke en reguleringsstructuur. Om het functioneren en de volledige onafhankelijkheid van de raad van beroep te garanderen, moet deze raad in de begroting van ACER een afzonderlijke begrotingslijn hebben. Met het oog op de continuïteit moet de raad van beroep bij de benoeming of verlenging van de ambtstermijn van zijn leden, gedeeltelijk kunnen worden vervangen. Tegen de beslissingen van de raad van beroep kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘het Hof van Justitie’).
- (35)
ACER moet zijn beslissingsbevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de beginselen van billijke, transparante en redelijke besluitvorming. De procedurele regels van ACER moeten worden vastgelegd in zijn reglement van orde.
- (36)
De directeur moet verantwoordelijk zijn voor het opstellen en goedkeuren van documenten die adviezen, aanbevelingen en besluiten bevatten. Voor bepaalde in artikel 22, lid 5, onder a), en artikel 24, lid 2, bedoelde adviezen, aanbevelingen en besluiten moet worden vereist dat zij een gunstig advies van de raad van regulators krijgen voordat zij kunnen worden aangenomen. De raad van regulators moet adviezen kunnen verstrekken en in voorkomend geval opmerkingen en wijzigingen aanbrengen in de tekstvoorstellen van de directeur, die hiermee rekening moet houden. Indien de directeur afwijkt van de door de raad van regulators ingediende opmerkingen en wijzigingen of deze verwerpt, moet hij een naar behoren onderbouwde schriftelijke motivering verstrekken om een constructieve dialoog te vergemakkelijken. Indien de raad van regulators geen gunstig advies uitbrengt over een heringediende tekst, moet de directeur over de mogelijkheid beschikken de tekst verder aan te passen overeenkomstig de door de raad van regulators voorgestelde wijzigingen en opmerkingen, om zijn gunstig advies te verkrijgen. De directeur moet over de mogelijkheid beschikken de ingediende ontwerpadviezen, -aanbevelingen en -besluiten in te trekken indien hij het oneens is met de door de raad van regulators ingediende wijzigingen, en een nieuwe tekst voor te leggen volgens bepaalde in artikel 22, lid 5, onder a), en artikel 24, lid 2, bedoelde procedures. De directeur moet in elk stadium van de procedure om het gunstig advies van de raad van regulators over een nieuwe of herziene ontwerptekst kunnen verzoeken.
- (37)
Aan ACER moeten passende middelen worden verstrekt om zijn taken uit te voeren. ACER moet voornamelijk worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie. Vergoedingen zorgen voor een betere financiering van ACER en moeten de kosten van ACER dekken voor diensten die worden verleend aan marktdeelnemers of namens hen optredende entiteiten zodat zij op efficiënte, doeltreffende en veilige wijze informatie kunnen verstrekken overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1227/2011. De middelen die de regulerende instanties momenteel beschikbaar stellen voor hun samenwerking op het niveau van de Unie, moeten beschikbaar blijven voor ACER. Voor subsidies ten laste van de algemene begroting van de Unie moet de begrotingsprocedure van de Unie blijven gelden. Bovendien moet een onafhankelijke externe auditeur de rekeningen controleren overeenkomstig artikel 107 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (14).
- (38)
De begroting van ACER moet doorlopend geëvalueerd worden door de begrotingsautoriteit op basis van de werklast en resultaten van ACER en van de doelstellingen van ACER te komen tot een interne energiemarkt en bij te dragen tot energiezekerheid ten voordele van de consumenten in de Unie. De begrotingsautoriteit moet waarborgen dat wordt voldaan aan de beste normen op het gebied van doeltreffendheid.
- (39)
Het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (‘het Vertaalbureau’) moet aan alle agentschappen van de Unie vertalingen leveren. Indien ACER bijzondere moeilijkheden ondervindt met de dienstverlening van het Vertaalbureau, moet het de mogelijkheid hebben het verhaalmechanisme in te roepen waarin Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad (15) voorziet, wat uiteindelijk kan leiden tot gebruikmaking van andere dienstverleners onder toezicht van het Vertaalbureau.
- (40)
ACER moet over hooggekwalificeerd personeel beschikken. Met name moet het kunnen profiteren van de bekwaamheid en ervaring van het door de regulerende instanties, de Commissie en de lidstaten gedetacheerde personeel. Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (‘het statuut’) en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (‘de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden’), neergelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (16) en de regels die de instellingen van de Unie gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van dat statuut en die regeling, moeten van toepassing zijn op het personeel van ACER. De raad van bestuur moet in overleg met de Commissie de nodige uitvoeringsmaatregelen vaststellen.
- (41)
De regulerende werkzaamheden van de directeur en de raad van regulators overeenkomstig deze verordening moeten door werkgroepen kunnen worden ondersteund.
- (42)
ACER moet de algemene voorschriften voor de toegang van het publiek tot documenten van organen van de Unie toepassen. De raad van bestuur moet de praktische maatregelen tot bescherming van commercieel gevoelige en persoonsgegevens vaststellen.
- (43)
Via de samenwerking tussen regulerende instanties binnen ACER blijkt dat meerderheidsbesluiten een essentiële voorwaarde zijn om vooruitgang te boeken ten aanzien van aangelegenheden betreffende de interne energiemarkt die in verschillende lidstaten aanzienlijke economische gevolgen hebben. De regulerende instanties moeten derhalve in de raad van regulators bij tweederdemeerderheid blijven stemmen. ACER moet indien nodig verantwoording afleggen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
- (44)
Overeenkomstig door de Unie te sluiten relevante overeenkomsten moet deelname van derde landen die geen lid zijn van de Unie aan de werkzaamheden van ACER mogelijk zijn.
- (45)
Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk de samenwerking tussen de regulerende instanties op het niveau van de Unie en hun deelname aan de uitvoering van Uniegerelateerde taken, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (46)
ACER is gevestigd in Ljubljana, zoals vastgesteld bij Besluit 2009/913/EU (17). De vestigingsplaats van ACER is het centrum van zijn activiteiten en wettelijke taken.
- (47)
De lidstaat van vestiging van ACER moet de gunstigst mogelijke voorwaarden voor de soepele en efficiënte werking van ACER bieden, waaronder meertalig, op Europa gericht onderwijs en passende vervoersverbindingen, zoals vereist in deze verordening. De zetelovereenkomst tussen de regering van de Republiek Slovenië en ACER, die voldoet aan deze vereisten, is, samen met de uitvoeringsbepalingen ervan, gesloten op 26 november 2010 en in werking getreden op 10 januari 2011.
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 288 van 31.8.2017, blz. 91.
PB C 342 van 12.10.2017, blz. 79.
Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 mei 2019.
Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).
Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1).
Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (zie bladzijde 125 van dit Publicatieblad).
Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).
Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1).
Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over de gedecentraliseerde agentschappen van 19.7.2012.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).
Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).
Besluit in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 7 december 2009 betreffende de plaats van de zetel van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 39).