Einde inhoudsopgave
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2000
- Bronpublicatie:
13-12-2000, Stb. 2000, 561 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 27093)
- Inwerkingtreding
22-12-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2000, Stb. 2000, 561 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 27093)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de vaststelling van het recht op uitkering op grond van de WAO, alsmede voor de toelating tot de vrijwillige verzekering op grond van de WAO, worden, vanaf de dag van aanvang van hun dienstverband tot aan het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet, aangemerkt als verplicht verzekerd op grond van de WAO:
- a.
beroepsmilitairen, voor zover niet bedoeld in onderdeel b of e;
- b.
beroepsmilitairen die op de dag voorafgaande aan het vorenbedoelde tijdstip uit hoofde van hun dienstverband als beroepsmilitair recht hebben op bezoldiging of uitkering in geval van ziekte, welk recht niet zou zijn geëindigd op dat tijdstip indien fase 1 van deze wet niet in werking zou zijn getreden;
- c.
gewezen beroepsmilitairen die op de dag voorafgaande aan het vorenbedoelde tijdstip uit hoofde van hun voormalige dienstverband als gewezen beroepsmilitair recht hebben op een pensioen ter zake van arbeidsongeschiktheid, welk recht niet zou zijn geëindigd op dat tijdstip indien fase 1 van deze wet niet in werking zou zijn getreden;
- d.
gewezen beroepsmilitairen die op de dag voorafgaande aan het vorenbedoelde tijdstip uit hoofde van hun voormalige dienstverband als gewezen beroepsmilitair recht hebben op een uitkering overeenkomstig de normen van de WAO, welk recht niet zou zijn geëindigd op dat tijdstip indien fase 1 van deze wet niet in werking zou zijn getreden; en
- e.
beroepsmilitairen en gewezen beroepsmilitairen die op de dag voorafgaande aan het vorenbedoelde tijdstip uit hoofde van hun dienstverband als beroepsmilitair onderscheidenlijk voormalige dienstverband als gewezen beroepsmilitair recht hebben op een wachtgeld, welk recht niet zou zijn geëindigd op dat tijdstip indien fase 1 van deze wet niet in werking zou zijn getreden.
2.
Aan het eerste lid kunnen geen rechten worden ontleend over tijdvakken, die gelegen zijn voor het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet.