Einde inhoudsopgave
Noodwet Arbeidsvoorziening
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
04-06-1992, Stb. 1992, 422 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22061 Overheid.nl: 22061)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Onze Minister kan ten aanzien van ondernemingen, die behoren tot bij zijn beschikking aangewezen categorieën dan wel bij zijn beschikking afzonderlijk zijn aangewezen, vrijstelling onderscheidenlijk ontheffing verlenen van verplichtingen en verboden, gesteld bij of krachtens wettelijke voorschriften ter zake van de beperking van de arbeidsduur en van de veiligheid en de hygiëne bij de arbeid.
2.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan ten aanzien van ondernemingen die behoren tot bij zijn beschikking aangewezen categorieën dan wel bij zijn beschikking afzonderlijk zijn aangewezen, vrijstelling onderscheidenlijk ontheffing verlenen van verplichtingen en verboden, gesteld bij of krachtens wettelijke voorschriften ter zake van het tegengaan van gevaar, schade en hinder, teweeggebracht door inrichtingen.
3.
Een vrijstelling of ontheffing kan onder beperkingen, alsmede voorwaardelijk worden verleend; zij kan te allen tijde worden ingetrokken. Indien een vrijstelling of ontheffing voorwaardelijk is verleend, geldt zij slechts voor zover de gestelde voorwaarden worden nageleefd.
4.
Een krachtens het eerste lid vastgesteld besluit omtrent vrijstelling wordt ter openbare kennis gebracht.