Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:55 [Samenwerking bij bijkantoor in andere lidstaat]
Geldend
Geldend vanaf 19-10-2021
- Bronpublicatie:
29-09-2021, Stb. 2021, 463 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken: 35783)
- Inwerkingtreding
19-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2021, Stb. 2021, 478 (uitgifte: 18-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien een beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, beleggingsonderneming, bemiddelaar in hypothecair krediet, betaalinstelling, datarapporteringsdienstverlener, elektronischgeldinstelling, herverzekeraar, bank, levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in Nederland een bijkantoor heeft in een andere lidstaat, kan de toezichthouder ten behoeve van het toezicht op de naleving van deze wet door die financiële onderneming:
- a.
de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij het bijkantoor gegevens of inlichtingen te verifiëren; of
- b.
na kennisgeving aan de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij het bijkantoor gegevens of inlichtingen verifiëren of doen verifiëren.
Indien het een bijkantoor van een bank of een beleggingsonderneming met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend betreft, kan de toezichthouder tevens verzoeken om een onderzoek of dat onderzoek zelf verrichten of doen verrichten.
2.
Indien de Nederlandsche Bank ten behoeve van het toezicht op geconsolideerde basis als bedoeld in hoofdstuk 3.6 gegevens of inlichtingen wenst te verifiëren bij een in een andere lidstaat gevestigde onderneming, kan zij ten behoeve van dat toezicht:
- a.
de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij die onderneming gegevens of inlichtingen te verifiëren;
- b.
na kennisgeving aan de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij die onderneming gegevens of inlichtingen verifiëren of doen verifiëren.
3.
Indien de toezichthouder ten behoeve van het toezicht op een beheerder van een icbe of een icbe, gegevens of inlichtingen wenst te verifiëren of een onderzoek wenst te verrichten bij een in een andere lidstaat gevestigde onderneming kan hij in overeenstemming met de artikelen 6 tot en met 11 van de uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in effecten:
- a.
de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij die onderneming gegevens of inlichtingen te verifiëren of te onderzoeken; of
- b.
na instemming van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij die onderneming gegevens of inlichtingen verifiëren of doen verifiëren of een onderzoek verrichten of doen verrichten.
4.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van betaaldienstagenten.
5.
Het derde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien beheerders van beleggingsinstellingen en beleggingsinstellingen.