Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/34/EG betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen
Bijlage II Eerste EG-ijk
Geldend
Geldend vanaf 18-05-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 106 (uitgifte: 28-04-2009, regelingnummer: 2009/34/EG)
- Inwerkingtreding
18-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 106 (uitgifte: 28-04-2009, regelingnummer: 2009/34/EG)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1. Algemeen
1.1
De eerste EG-ijk kan plaatsvinden in één of meer fasen (in het algemeen twee).
1.2
Zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in de bijzondere richtlijnen geldt het volgende:
- 1.2.1.
de eerste EG-ijk vindt plaats in één fase bij meetmiddelen die bij het verlaten van de fabriek één geheel vormen, dat wil zeggen meetmiddelen die in principe zonder voorafgaande demontage naar de plaats van opstelling kunnen worden overgebracht;
- 1.2.2.
de eerste EG-ijk vindt plaats in twee of meer fasen bij meetmiddelen waarvan de juiste werking afhangt van opstellings- en gebruiksomstandigheden;
- 1.2.3.
de eerste ijkfase dient voornamelijk om te controleren of het meetmiddel in overeenstemming is met het goedgekeurde model of, bij meetmiddelen die van de EG-modelgoedkeuring zijn vrijgesteld, met de daarop van toepassing zijnde voorschriften.
2. Plaats van de eerste EG-ijk
2.1
Indien de plaats waar de ijk geschiedt niet in de bijzondere richtlijnen is vastgesteld, vindt het ijken van meetmiddelen voor zover het in één fase dient te geschieden, plaats ter keuze van de betrokken dienst van het ijkwezen.
2.2
Het ijken van meetmiddelen, voor zover het in twee of meer fasen dient te geschieden, vindt plaats door de regionaal bevoegde dienst van het ijkwezen.
2.2.1
De laatste fase geschiedt op de plaats van opstelling.
2.2.2
De overige ijkfasen geschieden overeenkomstig het bepaalde in punt 2.1.
2.3
In het bijzonder wanneer de ijk niet op een ijkkantoor plaatsvindt, kan de dienst die de ijk verricht, van de aanvrager verlangen dat hij:
- —
voor het doel geschikte standaarden en materialen alsmede hulppersoneel benodigd voor de ijk ter beschikking stelt;
- —
een afschrift van het certificaat van EG-modelgoedkeuring overlegt.
3. Merken van eerste EG-ijk
3.1. Omschrijving van de merken
3.1.1
Zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in de bijzondere richtlijnen worden, overeenkomstig het bepaalde in punt 3.3, de volgende merken voor de eerste EG-ijk gebruikt:
- 3.1.1.1.
het definitieve EG-ijkmerk bestaat uit twee merken:
- a)
het eerste wordt gevormd door de kleine letter ‘e’, bevattende:
- —
in het bovenste gedeelte de kenletter(s) van het land waar de eerste ijk wordt verricht (B voor België, BG voor Bulgarije, CZ voor Tsjechië, DK voor Denemarken, D voor Duitsland, EST voor Estland, IRL voor Ierland, EL voor Griekenland, E voor Spanje, F voor Frankrijk, I voor Italië, CY voor Cyprus, LV voor Letland, LT voor Litouwen, L voor Luxemburg, H voor Hongarije, M voor Malta, NL voor Nederland, A voor Oostenrijk, PL voor Polen, P voor Portugal, RO voor Roemenië, SI voor Slovenië, SK voor Slowakije, FI voor Finland, S voor Zweden, UK voor het Verenigd Koninkrijk). Aan deze letters worden, voor zover nodig, één of twee cijfers toegevoegd, die een territoriale of functionele indeling aanduiden;
- —
in het onderste deel het kencijfer van de ambtenaar die de ijk verricht of van het ijk-kantoor;
- b)
het tweede wordt gevormd door de laatste twee cijfers van het jaar van de ijk, aangebracht in een zeshoek;
- 3.1.1.2.
het gedeeltelijke EG-ijkmerk bestaat slechts uit het eerste merk. Het doet ook dienst als zegelmerk.
3.2. Vorm en afmeting van de merken
3.2.1
De vorm, afmetingen en omtrek der letters en cijfers, voor de merken van eerste EG-ijk omschreven in punt 3.1, zijn vastgelegd in bijgevoegde tekeningen, waarvan de eerste twee de samenstellende delen van het merk vormen, terwijl de derde een voorbeeld van het merk geeft. De desbetreffende afmetingen van de tekeningen zijn uitgedrukt als functie van de eenheid voor de middellijn van de cirkel van de kleine letter ‘e’ en het zeshoekige veld.
De werkelijke middellijnen van de omschreven cirkels der merken bedragen 1,6 mm, 3,2 mm, 6,3 mm, 12,5 mm.
3.2.2
De ijkdiensten van de lidstaten wisselen onderling de originele tekeningen uit van de merken van eerste EG-ijk die zijn uitgevoerd volgens de modellen der bijgaande tekeningen.
3.3. Het aanbrengen van de merken
3.3.1
Het definitieve EG-ijkmerk wordt op de daarvoor bestemde plaats aangebracht op het volledig geijkte meetmiddel dat aan de EG-voorschriften voldoet.
3.3.2
Het gedeeltelijke EG-ijkmerk wordt aangebracht:
- 3.3.2.1.
bij het ijken in verschillende fasen, op het meetmiddel of een onderdeel daarvan, dat voldoet aan de eisen voor de ijkbewerkingen die niet op de plaats van opstelling geschieden, op de bevestigingsschroeven van de stempelkom of op iedere andere plaats die in de bijzondere richtlijnen is aangegeven;
- 3.3.2.2.
als stempelmerk in alle gevallen en op alle plaatsen die in de bijzondere richtlijnen zijn aangegeven.