Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 212c [Kennisgevingen]
Geldend
Geldend vanaf 07-03-2019
- Bronpublicatie:
12-12-2018, Stb. 2019, 25 (uitgifte: 31-01-2019, kamerstukken: 35005)
- Inwerkingtreding
07-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2019, Stb. 2019, 86 (uitgifte: 06-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Insolventierecht / Faillissement
1.
De griffier van de rechtbank stelt De Nederlandsche Bank N.V. terstond in kennis van de faillietverklaring van een deelnemer.
2.
De Nederlandsche Bank N.V. stelt daarna terstond de door de Minister van Financiën op grond van artikel 212d aangewezen systemen, alsmede de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten van de Europese Unie en van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, alsmede het Europees Comité voor systeemrisico's en de Europese autoriteit voor effecten en markten, in kennis van de faillietverklaring.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden tevens regels gesteld met betrekking tot de inkennisstelling door De Nederlandsche Bank N.V. van de faillietverklaring aan een systeem als bedoeld in artikel 212a, onderdeel b, onder 3°. Die regels kunnen bepalen dat deelnemers gegevens aan De Nederlandsche Bank N.V. verstrekken die De Nederlandsche Bank N.V. in staat stellen aan deze verplichting van inkennisstelling te voldoen.