Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2016
Artikel 50
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2016
- Bronpublicatie:
19-02-2016, Stcrt. 2016, 10006 (uitgifte: 25-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2016, Stcrt. 2016, 10006 (uitgifte: 25-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energieopwekking
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte geproduceerd door:
- a.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van allesvergisting, waarbij ten minste de vergister nieuw is;
- b.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting en co-vergisting van dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is;
- c.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van allesvergisting, waarbij ten minste de vergister nieuw is en waarbij het nominaal elektrisch rendement ten minste 20% bedraagt;
- d.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting en co-vergisting van dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is en waarbij het nominaal elektrisch rendement ten minste 20% bedraagt;
- e.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting van meer dan 95% dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is, of
- f.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting van meer dan 95% dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is.