Einde inhoudsopgave
Vervoersnoodwet
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Redactionele toelichting
Door een foutieve wijzigingsopdracht is lid 3 grammaticaal onjuist geworden.
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Onze Minister kan bepalen, dat houders van vervoermiddelen op daartoe strekkende aanwijzing door hem verplicht zijn met deze vervoermiddelen het vervoer van bepaalde personen of goederen te bewerkstelligen en de vervoermiddelen daartoe volledig uitgerust op een aangewezen plaats ter beschikking te stellen; deze plaats, alsmede de plaats van bestemming kunnen buiten Nederland zijn gelegen.
2.
De aanwijzing wordt zo mogelijk schriftelijk gegeven; een op andere wijze gegeven aanwijzing wordt zo spoedig mogelijk door een schriftelijke aanwijzing gevolgd. Voor de aanvang van het vervoer wordt de vervoerder medegedeeld te wiens behoeve het vervoer plaats vindt.
3.
Bij toepassing van het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de Wet personenvervoer 2000, de Wet wegvervoer goederen, de Binnenvaartwet en de SpoorwegwetWet lokaal spoor.