Uitvoeringswet EFRO
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 487 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34987)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, Stb. 2018, 488 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Europees bestuursrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- b.
EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling;
- c.
EFRO-verordening: verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende het EFRO op grond van artikel 175, 177 of artikel 178 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede een verordening of een besluit van de Europese Commissie ter uitvoering van een dergelijke verordening;
- d.
programma: programma opgesteld in het kader van de uitvoering van een EFRO-verordening dat de ontwikkelingsstrategie en invulling in een bepaald gebied of voor een specifieke sector omvat;
- e.
grensoverschrijdend programma: programma dat betrekking heeft op een gebied dat deels buiten Nederland valt;
- f.
programmaperiode: in een EFRO-verordening vastgestelde periode waarvoor een programma wordt opgesteld;
- g.
cofinanciering: financiële middelen die door het Rijk, een gemeente, een provincie of een ander openbaar lichaam ter beschikking worden gesteld ter medefinanciering van de uitvoering van een programma;
- h.
project: samenhangend geheel van activiteiten ter verwezenlijking van de doelstelling van een programma volgens de daarvoor in dat programma vastgestelde criteria;
- i.
EGTS: Europese groepering voor territoriale samenwerking als bedoeld in verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (PbEU L 210).