Einde inhoudsopgave
Algemene Kinderbijslagwet
Artikel 24a [Dwangbevel]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-03-2017, Stb. 2017, 110 (uitgifte: 24-03-2017, kamerstukken: 34628)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2020, 499 (uitgifte: 08-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderbijslag
1.
De Sociale verzekeringsbank kan de onverschuldigd betaalde kinderbijslag, bedoeld in artikel 24, eerste lid, invorderen bij dwangbevel.
2.
Artikel 17g is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
- a.
indien het gemiddeld inkomen van de belanghebbende gedurende drie jaar de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan, de Sociale verzekeringsbank de aflossingsbedragen lager vaststelt; en
- b.
indien degene van wie wordt teruggevorderd, dan wel degene met wie hij een huishouden vormt, kinderbijslag op grond van deze wet ontvangt, in afwijking van artikel 17g, eerste lid, het besluit tot terugvordering ten uitvoer kan worden gelegd door verrekening met die bijslag.