Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 21-04-1971
- Bronpublicatie:
01-09-1970, Trb. 1970, 169 (uitgifte: 13-10-1970, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-04-1971
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-1971, Trb. 1971, 80 (uitgifte: 01-01-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
In dit Verdrag, tenzij het zinsverband anders vereist:
- a)
betekenen de uitdrukkingen ‘een van de beide Staten’ en ‘de andere Staat’, al naar het zinsverband vereist, Nederland of Oostenrijk;
- b)
omvat de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, en het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft;
- c)
betekent de uitdrukking ‘Oostenrijk’ het grondgebied van de Republiek Oostenrijk;
- d)
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e)
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f)
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een van de beide Staten’ en ‘onderneming van de andere Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de beide Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
- g)
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1.
in Nederland: de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- 2.
in Oostenrijk: de Bondsminister voor Financiën.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag door een van de beide Staten heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet anders omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen die het onderwerp van het Verdrag uitmaken.