Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.56
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
In het kader van de uitoefening van het douanetoezicht is de inspecteur bevoegd goederen, verpakkingsmiddelen, werktuigen, leidingen, vervoermiddelen, gebouwen, terreinen of delen daarvan te bewaken, waarin, waaronder of waarop zich goederen bevinden:
- a.
ten aanzien waarvan een douaneschuld bestaat of kan ontstaan;
- b.
waarvoor een aangifte ten uitvoer is gedaan;
- c.
waarvan het vervoer aan beperkende voorwaarden is onderworpen.
2.
In geval van vermis, beschadiging of waardevermindering van de bewaakte goederen kan het Rijk niet aansprakelijk worden gesteld, tenzij zulks te wijten is aan opzet of grove schuld van de inspecteur.
3.
De beheerder van de zaken wordt door de inspecteur van het voornemen om tot bewaking over te gaan in kennis gesteld en wijst die zaken desgevorderd aan.
4.
De inspecteur en de door hem aangewezen ambtenaren zijn bevoegd personen de toegang te ontzeggen tot vervoermiddelen, gebouwen, terreinen of delen daarvan, dan wel personen daaruit te verwijderen, voor zover hetzij de werkzaamheden of de veiligheid van de ambtenaren zulks verlangen, hetzij er gegronde vrees bestaat dat die personen goederen aan het douanetoezicht zullen onttrekken.