Einde inhoudsopgave
Wet sociale werkvoorziening
Artikel 19 [Overgangsrecht Participatiewet]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Redactionele toelichting
Lid 1 t/m 4 zijn in werking getreden.
- Bronpublicatie:
02-07-2014, Stb. 2014, 270 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken: 33161)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2014, Stb. 2014, 271 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Lid 5 vervalt tegelijk met de inwerkingtreding van art. II, onderdeel G, van de Invoeringswet Participatiewet (02-07-2014, Stb. 270).
- Vakgebied(en)
Sociale werkvoorziening / Algemeen
Sociale werkvoorziening (V)
1.
Artikel 11, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op de persoon die op 31 december 1997 een dienstbetrekking heeft krachtens de Wet Sociale Werkvoorziening zoals deze luidde op die datum, indien hij tijdens die dienstbetrekking om een herindicatie verzoekt.
2.
Met betrekking tot de uitkering aan het college voor de uitvoering van de hoofdstukken 2 en 3 over de kalenderjaren gelegen voor de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet blijven de artikelen 8, 9 en 9a en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet, van toepassing.
3.
Op een aanvraag tot indicatie die minimaal 16 weken voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet is ingediend en waarop niet is beslist voor die dag van inwerkingtreding, wordt beslist met toepassing van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 30d van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op die dag voor inwerkingtreding.
4.
Op een bezwaar- of beroepschrift dat is gericht tegen een door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen genomen besluit op een aanvraag als bedoeld in het derde lid en waarop op de dag voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet nog niet onherroepelijk is beslist, wordt beslist met toepassing van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 30d van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet.