Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1833 [Verjaringstermijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1995
- Redactionele toelichting
Het afdelingsopschrift is gewijzigd bij de Wet van 02-11-2006, Stb. 550 (iwtr. 01-12-2006; bron iwtr. 04-11-2006, Stb. 551).
- Bronpublicatie:
30-11-1994, Stb. 1994, 846 (uitgifte: 15-12-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21202 Overheid.nl: 21202)
- Inwerkingtreding
01-02-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1994, Stb. 1994, 887 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Een rechtsvordering tot vergoeding van schade uit hoofde van de afdelingen 4 van titel 6, 4 van titel 11, 1 van titel 14 en 4 van titel 19 verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde bekend was of redelijkerwijze bekend had behoren te zijn met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon en in ieder geval door verloop van tien jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is ontstaan. Indien de gebeurtenis bestond uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, loopt de termijn van tien jaren vanaf de dag waarop het laatste van die feiten plaatsvond.