Einde inhoudsopgave
Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2001. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-10-2001
- Bronpublicatie:
31-10-2001, Stb. 2001, 526 (uitgifte: 08-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2001, terugwerkend tot: 01-10-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2001, Stb. 2001, 526 (uitgifte: 08-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het document waarop het bewijs van bevoegdheid en de bevoegdverklaring zijn weergegeven wordt afgegeven voor een periode van ten hoogste vijf jaar.
2.
Onze Minister vernieuwt een document als bedoeld in het eerste lid na afgifte of wederafgifte van een bevoegdverklaring en wanneer de ruimte, bestemd om verlengingen van bevoegdverklaringen aan te tekenen, geheel is ingevuld, en stelt nadere regels met betrekking tot de eisen voor wederafgifte van een bevoegdverklaring.
3.
Onze Minister kan een document als bedoeld in het eerste lid vernieuwen, indien het is verloren, indien het onleesbaar, beschadigd of anderszins onbruikbaar is geworden, om enige administratieve reden of, naar zijn goeddunken, wanneer een bevoegdverklaring wordt verlengd.
4.
Indien een document wegens verlies is vernieuwd en het verloren document wordt teruggevonden, zendt de houder het teruggevonden document zo spoedig mogelijk aan Onze Minister.
5.
Indien een document anders dan wegens verlies is vernieuwd, kan Onze Minister de houder opdragen het oorspronkelijke document binnen een week na de datum van verzending van het nieuwe document aan Onze Minister te zenden.