Besluit geweldgebruik defensiepersoneel in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
22-07-2000, Stb. 2000, 337 (uitgifte: 24-08-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2000, Stb. 2000, 337 (uitgifte: 24-08-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het gebruik van een vuurwapen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, is slechts geoorloofd:
- a.
tegen een persoon indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die persoon een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd vuurwapen bij zich heeft en dat tegen personen zal gebruiken dan wel ander levensbedreigend geweld tegen personen zal gebruiken;
- b.
tegen een persoon indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die persoon een misdrijf pleegt jegens het object en dat er tevens sprake is van een aantasting van een vitaal belang van de krijgsmacht.
2.
Onder het plegen van een misdrijf als bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede begrepen de poging en de deelnemingsvormen, bedoeld in de artikelen 47 en 48 van het Wetboek van Strafrecht.