Einde inhoudsopgave
Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
Artikel XVII
Geldend
Geldend vanaf 31-12-1997
- Bronpublicatie:
24-12-1997, Stb. 1997, 789 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25641)
- Inwerkingtreding
31-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1997, Stb. 1997, 789 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25641)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De artikelen 21, 22, 40, 48, 53 en 59b, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop artikel I van deze wet in werking treedt, blijven van toepassing op de persoon die:
- a.
op de dag, voorafgaande aan die waarop artikel I van deze wet in werking treedt, recht had op uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, waaronder begrepen een uitkering op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen; of
- b.
op 25 januari 1993 ongeschikt is tot werken wegens ziekte dan wel wiens ongeschiktheid tot werken wegens ziekte intreedt na deze datum en tevens binnen een maand nadat een vóór die datum gelegen periode van ongeschiktheid door herstel is geëindigd, en die nadat deze ongeschiktheid 52 weken heeft geduurd, recht heeft op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen.
De artikelen 21a en 21b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn op de onder a en b bedoelde personen niet van toepassing.
2.
In afwijking van het eerste lid is artikel 21, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat artikel luidt na inwerkingtreding van deze wet, van toepassing op de in het eerste lid bedoelde personen.
3.
In afwijking van het eerste lid wordt voor de toepassing van:
- a.
artikel 53, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de zinsnede ‘tot en met de laatste dag der tweede maand, volgende op die waarin het overlijden plaatsvond’ gelezen: tot en met één maand na de dag van het overlijden; en
- b.
voor de toepassing van artikel 53, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering slechts als echtgenoot aangemerkt niet gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in de eerste graad bestaat.