Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 7b.3 Naheffing
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2023
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot verslagjaren als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, van de Wet minimumbelasting 2024 die aanvangen op of na 31-12-2023.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
31-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
In afwijking van artikel 8.12, vierde lid, vervalt de bevoegdheid tot naheffing door verloop van zes jaren en vier maanden na het einde van het tijdvak waarover de belasting is verschuldigd.
2.
Indien artikel 7b.8, eerste en tweede lid, toepassing vindt, vervalt in afwijking van artikel 8.12, vierde lid, de bevoegdheid tot naheffing door verloop van zes jaren en zeven maanden na het einde van het tijdvak waarover de belasting is verschuldigd.
3.
Indien artikel 8.4, zevende lid, van de Wet minimumbelasting 2024 toepassing vindt op een bedrag aan ingevolge hoofdstuk 3 van die wet verschuldigde binnenlandse bijheffing vervalt:
- a.
de bevoegdheid tot naheffing met betrekking tot dat bedrag; en
- b.
een voor dat bedrag reeds opgelegde naheffingsaanslag die nog niet is ingevorderd.