Einde inhoudsopgave
Vaarplichtwet
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 06-09-1972
- Bronpublicatie:
23-06-1972, Stb. 1972, 445 (uitgifte: 05-09-1972, kamerstukken: 10339 )
- Inwerkingtreding
06-09-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-1972, Stb. 1972, 445 (uitgifte: 05-09-1972, kamerstukken: 10339 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld, welke aan de vaarplichtige, die een aanwijzing als bedoeld in artikel 5 heeft ontvangen, gedurende de tijd, dat hem geen dienstbetrekking is aangewezen of deze nog niet is aangevangen, van overheidswege een behoorlijk levensonderhoud waarborgen, voorzover hij hierin niet zelf door passende arbeid kan voorzien of hem niet op andere wijze behoorlijk levensonderhoud is verzekerd.
2.
De uit het eerste lid voortvloeiende aanspraak kan door Onze Minister geheel of gedeeltelijk al dan niet voor een bepaalde tijd worden ontzegd aan de vaarplichtige,
- a.
die uit enige hoofde rechtens van zijn vrijheid is beroofd;
- b.
die op enigerlei wijze de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 5 of 9 opzettelijk of door schuld niet nakomt.