Einde inhoudsopgave
Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15
Artikel 12 (bestuurlijke boete bij betaling zonder overeenkomst)
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 15-05-2023
- Bronpublicatie:
12-04-2023, Stb. 2023, 162 (uitgifte: 15-05-2023, kamerstukken: 36137)
- Inwerkingtreding
16-05-2023, terugwerkend tot: 15-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, Stb. 2023, 163 (uitgifte: 15-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
1.
Het niet of niet geheel betalen van het toltarief binnen de op grond van artikel 7b, eerste lid, gestelde termijn is een overtreding ter zake waarvan Onze Minister aan de houder, een bestuurlijke boete kan opleggen, die bestaat uit een bedrag van € 35,– vermeerderd met het oorspronkelijke toltarief en, indien paragraaf 2.2.1 van toepassing is, de aanmaningsvergoeding.
2.
Als een aanmaning tot betaling van het toltarief is verzonden, wordt de bestuurlijke boete niet opgelegd dan nadat de termijn, bedoeld in artikel 8, tweede lid, is verstreken.
3.
De betaling van de bestuurlijke boete geschiedt binnen twee weken nadat de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.
4.
Als de bestuurlijke boete niet tijdig geheel is betaald, zendt Onze Minister de houder, een eerste aanmaning en wordt de bestuurlijke boete van rechtswege met vijftig procent verhoogd. De betaling geschiedt binnen vier weken na verzending van de eerste aanmaning het verhoogde bedrag te betalen.
5.
Als het verhoogde bedrag, bedoeld in het vierde lid, niet binnen de in dat lid gestelde termijn geheel betaald is, zendt Onze Minister de houder, een tweede aanmaning en wordt het verhoogde bedrag van rechtswege verder verhoogd met honderd procent van dat bedrag. De betaling geschiedt binnen vier weken na verzending van de tweede aanmaning het verder verhoogde bedrag te betalen.
6.
Als het verder verhoogde bedrag, bedoeld in het vijfde lid, niet binnen de in dat lid gestelde termijn geheel betaald is, is Onze Minister bevoegd tot uitvaardiging van een dwangbevel.
7.
Artikel 4:113 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de eerste en tweede aanmaning.
8.
Artikel 5:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de eerste aanmaning.