Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 4.14 Nevenvestiging
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Een nevenvestiging komt tot stand door een samenvoeging als bedoeld in artikel 4.10, eerste lid, of door vorming van een nieuwe nevenvestiging van een school of scholengemeenschap als bedoeld in artikel 4.2a.
2.
Op een nevenvestiging van een school voor vwo of havo kan in elk geval onderwijs worden verzorgd in de eerste 3 leerjaren van die schoolsoort.
3.
Op een nevenvestiging van een school voor mavo of vbo kan in elk geval onderwijs worden verzorgd in de eerste 2 leerjaren van die schoolsoort.
4.
Op een nevenvestiging van een scholengemeenschap kan in elk geval onderwijs worden verzorgd in de in het tweede of derde lid genoemde leerjaren van de schoolsoort die ingevolge artikel 4.2a, eerste of tweede lid, voor bekostiging in aanmerking is gebracht.