Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 13-05-2004
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 02-05-1996, Trb. 2006, 17.
- Bronpublicatie:
02-05-1996, Trb. 2006, 17 (uitgifte: 25-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-1996, Trb. 2006, 17 (uitgifte: 25-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Dit Verdrag is van toepassing, wanneer een persoon, bedoeld in artikel 1, voor het Gerecht van een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, zijn aansprakelijkheid tracht te beperken of tracht te bewerkstelligen dat een schip of andere eigendommen worden vrijgegeven, dan wel dat een binnen het gebied van een zodanige Staat gestelde zekerheid wordt opgeheven. Niettemin kan iedere Staat, die Partij is bij dit Verdrag, geheel of gedeeltelijk van de toepassing van dit Verdrag uitsluiten enige persoon, bedoeld in artikel 1, die, op het tijdstip, waarop voor de gerechten van die Staat een beroep wordt gedaan op de bepalingen van dit Verdrag, niet zijn gewone verblijfplaats heeft in een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, of niet de hoofdzetel van zijn bedrijf heeft in een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, dan wel enig schip ten aanzien waarvan een beroep wordt gedaan op het recht van beperking of waarvan de vrijgave wordt nagestreefd en dat niet op het hierboven genoemde tijdstip de vlag voert van een Staat, die Partij is bij dit Verdrag.
2.
Een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, kan door middel van uitdrukkelijke bepalingen in zijn nationale wet het stelsel van beperking van aansprakelijkheid regelen dat moet worden toegepast op schepen, die
- a.
volgens de wet van die Staat schepen zijn welke zijn bestemd voor de vaart op de binnenwateren;
- b.
schepen zijn van een geringere inhoud dan 300 ton.
Een Staat, die Partij is bij dit Verdrag en die gebruik maakt van de in dit lid gegeven bevoegdheid, stelt de depositaris in kennis van de aansprakelijkheidsgrenzen die in zijn nationale wetgeving zijn vastgesteld, dan wel van het feit dat er geen aansprakelijkheidsgrenzen zijn vastgesteld.
3.
Een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, kan door middel van uitdrukkelijke bepalingen in zijn nationale wet het stelsel van beperking van aansprakelijkheid regelen dat moet worden toegepast op vorderingen die ontstaan in gevallen, waarin belangen van personen die onderdanen zijn van andere Staten, die Partij bij dit Verdrag zijn, op geen enkele wijze in het geding zijn.
3bis.
Niettegenstaande de aansprakelijkheidsgrens zoals bepaald in artikel 7, eerste lid, kan een Staat die Partij is bij dit Verdrag, door middel van specifieke bepalingen in zijn nationale wetgeving het stelsel van aansprakelijkheid regelen dat moet worden toegepast op vorderingen ter zake van dood of letsel van passagiers van een schip, mits de aansprakelijkheidsgrens niet lager is dan die welke is bepaald in artikel 7, eerste lid. Een Staat die Partij is bij dit Verdrag en die gebruik maakt van de in dit lid gegeven bevoegdheid, stelt de Secretaris-Generaal in kennis van de vastgestelde aansprakelijkheidsgrenzen dan wel van het feit dat er geen aansprakelijkheidsgrenzen zijn vastgesteld.
4.
De Gerechten van een Staat, die Partij is bij dit Verdrag, passen dit Verdrag niet toe op schepen die zijn gebouwd of verbouwd voor en gebruikt worden bij boringen:
- a.
wanneer die Staat krachtens zijn nationale wetgeving een hogere aansprakelijkheidsgrens heeft vastgesteld dan is bepaald in artikel 6; of
- b.
wanneer die Staat partij is geworden bij een internationaal verdrag dat het stelsel van aansprakelijkheid met betrekking tot zulke schepen regelt.
In een geval waarin letter a van toepassing is, stelt die Staat, die Partij is bij dit Verdrag, de depositaris daarvan in kennis.
5.
Dit Verdrag is niet van toepassing op:
- a.
luchtkussenvoertuigen;
- b.
drijvende platforms, die zijn gebouwd ter exploratie of exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem of van de ondergrond daarvan.