Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus
Artikel 38 Indiening van een aanvraag of beroepschrift
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2004
- Bronpublicatie:
09-07-2002, Trb. 2002, 138 (uitgifte: 02-08-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2004, Trb. 2004, 291 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Aanvragen, mededelingen of beroepschriften die voor de toepassing van dit Verdrag of van de wetgeving van een Verdragsluitende Staat, zijn ingediend bij een autoriteit, orgaan of ander bevoegd lichaam van een Verdragsluitende Staat, worden aangemerkt als aanvragen, mededelingen of beroepschriften ingediend bij een autoriteit, orgaan of ander bevoegd lichaam van de andere Verdragsluitende Staat. De datum waarop een dergelijke aanvraag, mededeling of een dergelijk beroepschrift wordt ingediend bij een autoriteit, orgaan of ander bevoegd lichaam van een Verdragsluitende Staat wordt aangemerkt als de datum van indiening bij een autoriteit, orgaan of ander bevoegd lichaam van de andere Verdragsluitende Staat.
2.
Aanvragen voor een uitkering ingediend uit hoofde van de wetgeving van een Verdragsluitende Staat worden aangemerkt als aanvragen voor de overeenkomstige uitkering uit hoofde van de andere Verdragsluitende Staat voor zover deze overeenkomstige uitkering verschuldigd is ingevolge de bepalingen van dit Verdrag, mits de aanvrager ten tijde van de aanvraag inlichtingen verschaft waaruit blijkt dat verzekeringstijdvakken zijn vervuld krachtens de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat; dit is echter niet van toepassing wanneer de aanvrager uitdrukkelijk verzoekt om opschorting van de vaststelling van een ouderdomspensioen ingevolge de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat.
3.
Aanvragen, mededelingen of beroepschriften die ingevolge de wetgeving van een Verdragsluitende Staat binnen een bepaalde termijn moeten worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of ander bevoegd lichaam van die Verdragsluitende Staat kunnen binnen dezelfde termijn worden ingediend bij het overeenkomstige lichaam van de andere Verdragsluitende Staat.
4.
In gevallen waarin het eerste tot en met het derde lid van toepassing zijn, doet het lichaam waarbij de indiening is gedaan, de aanvraag, de mededeling of het beroepschrift onverwijld toekomen aan het overeenkomstige bevoegde lichaam van de andere Verdragsluitende Staat.