Einde inhoudsopgave
Wet open overheid
Artikel 7.3 Bemiddeling
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
25-10-2021, Stb. 2021, 500 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 35112)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet (25-10-2021, Stb. 499).
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal bestuursrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
1.
Alvorens een advies als bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, uit te brengen, bemiddelt het college tussen het bestuursorgaan en de klager. Het bestuursorgaan werkt aan de bemiddeling mee.
2.
Indien de klacht mede betrekking heeft op een besluit op grond van deze wet waartegen bezwaar open staat, wordt de termijn voor het indienen van bezwaar, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, opgeschort tot het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht. De opschorting van de bezwaartermijn vangt aan met ingang van de dag nadat de klager de klacht aan het college heeft gezonden.
3.
Indien de klager bezwaar maakt tegen het besluit, bedoeld in het tweede lid, beslist het bestuursorgaan in afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht binnen twee weken nadat het college advies heeft uitgebracht, dan wel aan de klager en het bestuursorgaan heeft bericht dat geen advies zal worden uitgebracht.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop klachten worden ingediend en het college tussen het bestuursorgaan en de klager bemiddelt als bedoeld in het eerste lid.