Einde inhoudsopgave
Landsverordening toelating en uitzetting [Curaçao]
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
29-11-2010, Publicatieblad van Curaçao 2010, 5 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2010, Publicatieblad van Curaçao 2010, 5 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De Minister van Justitie kan uit Curaçao verwijderen:
- a.
personen die in strijd met de wettelijke bepalingen nopens toelating en uitzetting het land zijn binnengekomen;
- b.
personen, die tot tijdelijk verblijf werden toegelaten, wanneer zij in het land worden angetroffen[lees: aangetroffen], nadat de geldigheidsduur van hun tijdelijke verblijfsvergunning is verstreken of nadat de geldigheid van de vergunning door enige andere oorzaak is vervallen.
2.
Indien naar het oordeel van de Minister van Justitie betrokkene gevaar oplevert voor de openbare orde, de publieke rust of veiligheid of de goede zeden, dan wel indien naar zijn oordeel gegronde vrees bestaat dat betrokkene zal trachten zich aan zijn verwijdering te onttrekken, kan hij op bevel van de Minister van Justitie ter verzekering van zijn verwijdering in bewaring worden gesteld.
3.
De verwijdering en de inbewaringstelling geschieden krachtens een met redenen omkleed bevelschrift, hetwelk aan betrokkene in persoon wordt uitgereikt.
4.
De Minister van Justitie kan de onder hem dienende commissarissen van politie of hun plaatsvervangers machtigen, de in het eerste en het tweede lid van dit artikel toegekende bevoegdheden namens hem uit te oefenen.