Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2022/1172 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de toepassing en berekening van administratieve conditionaliteitssancties
Artikel 11 Berekening van verlagingen bij meerdere niet-nalevingen in hetzelfde kalenderjaar
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2022
- Bronpublicatie:
04-05-2022, PbEU 2022, L 183 (uitgifte: 08-07-2022, regelingnummer: 2022/1172)
- Inwerkingtreding
15-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2022, PbEU 2022, L 183 (uitgifte: 08-07-2022, regelingnummer: 2022/1172)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Wanneer een geconstateerde niet-naleving van een norm ook een niet-naleving van een eis vormt, wordt de niet-naleving als één niet-naleving aangemerkt. Voor de berekening van de verlagingen wordt de niet-naleving als deel van het conditionaliteitsgebied van de eis beschouwd.
2.
Wanneer in hetzelfde kalenderjaar meer dan één zich niet herhalende niet-opzettelijke niet-naleving is geconstateerd, wordt de procedure voor de vaststelling van de verlaging afzonderlijk op elke niet-naleving toegepast en worden de daaruit voortvloeiende percentages bij elkaar opgeteld. De totale verlaging mag echter niet meer bedragen dan:
- a)
5 % van het totale bedrag aan betalingen en steun als bedoeld in artikel 83, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2021/2116, wanneer geen van de niet-nalevingen ernstige gevolgen heeft voor de verwezenlijking van de doelstelling van de betrokken norm of eis of een rechtstreeks gevaar voor de volks of diergezondheid vormt, of
- b)
10 % van het totale bedrag aan betalingen en steun als bedoeld in artikel 83, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2021/2116, wanneer ten minste één niet-naleving ernstige gevolgen heeft voor de verwezenlijking van de doelstelling van de betrokken norm of eis of een rechtstreeks gevaar voor de volks of diergezondheid vormt.
3.
Wanneer in hetzelfde kalenderjaar meer dan één zich herhalende niet-opzettelijke niet-naleving is geconstateerd, wordt de procedure voor de vaststelling van de verlaging afzonderlijk op elke niet-naleving toegepast en worden de daaruit voortvloeiende verlagingspercentages bij elkaar opgeteld. De verlaging mag echter niet meer bedragen dan 20 % van het totale bedrag aan betalingen en steun als bedoeld in artikel 83, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2021/2116.
4.
Wanneer in hetzelfde kalenderjaar meer dan één opzettelijke niet-naleving is geconstateerd, wordt de procedure voor de vaststelling van de verlaging afzonderlijk op elke niet-naleving toegepast en worden de daaruit voortvloeiende verlagingspercentages bij elkaar opgeteld. De verlaging mag echter niet meer bedragen dan 100 % van het totale bedrag aan betalingen en steun als bedoeld in artikel 83, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2021/2116.
5.
Wanneer in hetzelfde kalenderjaar meerdere gevallen van niet-opzettelijke, zich herhalende en opzettelijke niet-naleving hebben plaatsgevonden, worden de daaruit voortvloeiende verlagingspercentages, in voorkomend geval na toepassing van de leden 2, 3 en 4 van dit artikel, bij elkaar opgeteld. De verlaging mag echter niet meer bedragen dan 100 % van het totale bedrag aan betalingen en steun als bedoeld in artikel 83, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2021/2116.