Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval
Artikel 12 Inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 27-10-1986
- Bronpublicatie:
26-09-1986, Trb. 1986, 164 (uitgifte: 28-11-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-10-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-1986, Trb. 1986, 125 (uitgifte: 17-10-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Dit Verdrag staat open voor ondertekening door alle Staten en door Namibië, vertegenwoordigd door de Raad voor Namibië van de Verenigde Naties, op de Zetel van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie te Wenen, alsmede op de Zetel van de Verenigde Naties te New York, met ingang van 26 september 1986 onderscheidenlijk 6 oktober 1986 tot aan de inwerkingtreding ervan of gedurende twaalf maanden, welk van deze tijdvakken het langst is.
2.
Een Staat, alsmede Namibië, vertegenwoordigd door de Raad voor Namibië van de Verenigde Naties, kan zijn instemming door dit Verdrag gebonden te worden tot uitdrukking brengen, hetzij door ondertekening, hetzij door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring na ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, hetzij door nederlegging van een akte van toetreding. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij de depositaris.
3.
Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen nadat drie Staten hun instemming door dit Verdrag gebonden te worden tot uitdrukking hebben gebracht.
4.
Voor elke Staat die zijn instemming door dit Verdrag gebonden te worden tot uitdrukking brengt, na de inwerkingtreding daarvan, treedt dit Verdrag in werking dertig dagen na de datum waarop zijn instemming tot uitdrukking is gebracht.
5
a.
Dit Verdrag staat open voor toetreding, zoals bepaald in dit artikel, door internationale organisaties en organisaties voor regionale integratie die zijn opgericht door soevereine Staten en bevoegd zijn over internationale overeenkomsten inzake aangelegenheden waarop dit Verdrag betrekking heeft te onderhandelen, deze te sluiten en toe te passen.
b.
In aangelegenheden die binnen hun bevoegdheid vallen, oefenen deze organisaties zelfstandig de rechten uit en vervullen zelfstandig de verplichtingen die volgens dit Verdrag toekomen aan de Staten die Partij bij dit Verdrag zijn.
c.
Bij de nederlegging van een akte van toetreding door een organisatie zendt deze een verklaring aan de depositaris waarin zij de omvang van haar bevoegdheid aangeeft met betrekking tot de aangelegenheden waarop dit Verdrag betrekking heeft.
d.
Een dergelijke organisatie heeft geen aanvullende stem bij de stemmen van haar Lidstaten.