Einde inhoudsopgave
Besluit 2009/917/JBZ inzake het gebruik van informatica op douanegebied
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2009
- Bronpublicatie:
30-11-2009, PbEU 2009, L 323 (uitgifte: 10-12-2009, regelingnummer: 2009/917/JBZ)
- Inwerkingtreding
30-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2009, PbEU 2009, L 323 (uitgifte: 10-12-2009, regelingnummer: 2009/917/JBZ)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Douane (V)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Gegevens mogen slechts voor technische doeleinden worden gekopieerd voor zover dit noodzakelijk is voor directe bevraging door de autoriteiten als bedoeld in artikel 7.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 1, mogen gegevens die door andere lidstaten in het douane-informatiesysteem zijn ingevoerd hieruit niet naar andere nationale databestanden worden gekopieerd, behalve naar systemen voor risicobeheer die gebruikt worden om nationale douanecontroles te sturen of naar een systeem voor operationele analyse dat gebruikt wordt om acties te coördineren. Deze kopieën mogen worden gemaakt voor zover zij voor specifieke gevallen of onderzoeken nodig zijn.
3.
In de twee in lid 2 genoemde uitzonderingsgevallen zijn alleen door de nationale autoriteiten van de lidstaten gemachtigde analisten bevoegd de uit het douane-informatiesysteem afkomstige persoonsgegevens te verwerken, mits dit gebeurt in het kader van een systeem voor risicobeheer dat gebruikt wordt om nationale douanecontroles te sturen, of in het kader van een systeem voor operationele analyse dat gebruikt wordt om acties te coördineren.
4.
Elke lidstaat zendt de overige lidstaten en het in artikel 27 bedoelde comité een lijst toe van de diensten voor risicobeheer waaronder de analisten ressorteren die op grond van lid 3 gemachtigd zijn tot het kopiëren en verwerken van de in het douane-informatiesysteem ingevoerde persoonsgegevens.
5.
Persoonsgegevens die uit het douane-informatiesysteem zijn gekopieerd, mogen slechts bewaard worden gedurende de tijd die nodig is voor het bereiken van het doel waarvoor zij waren gekopieerd. De noodzaak deze gegevens te bewaren wordt ten minste jaarlijks getoetst door de lidstaat die deze gegevens heeft gekopieerd. De opslagtermijn is niet langer dan tien jaar. Persoonsgegevens die niet noodzakelijk zijn voor de voortzetting van de operationele analyse worden onmiddellijk verwijderd of anoniem gemaakt.