Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/79/EG inzake de inwerkingstelling van de Europese Overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart gesloten door de Association of European Airlines (AEA), de European Transport Workers' Association (ETF), de European Cockpit Association (ECA), de European Regions Airline Association (ERA) en de International Air Carrier Association (IACA)
Bijlage Europese Overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart gesloten door de Association of European Airlines (AEA), de European Transport Workers' Association (ETF), de European Cockpit Association (ECA), de European Regions Airline Association (ERA) en de International Air Carrier Association (IACA)
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2000
- Bronpublicatie:
27-11-2000, PbEG 2000, L 302 (uitgifte: 01-12-2000, regelingnummer: 2000/79/EG)
- Inwerkingtreding
01-12-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2000, PbEG 2000, L 302 (uitgifte: 01-12-2000, regelingnummer: 2000/79/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 138 en 139, lid 2,
Overwegende dat artikel 139, lid 2, van het Verdrag bepaalt dat de uitvoering van de op communautair niveau gesloten overeenkomsten op gezamenlijk verzoek van de ondertekenende partijen kan geschieden door een besluit van de Raad op voorstel van de Commissie;
Overwegende dat de ondertekenende partijen hierbij een dergelijk verzoek doen;
Overwegende dat de ondertekenende partijen van mening zijn dat de bepalingen van deze Overeenkomst ‘meer specifieke voorschriften’ zijn in de zin van artikel 14 van Richtlijn 93/104/EG van de Raad, en dat de bepalingen van die richtlijn niet moeten gelden,
ZIJN DE ONDERTEKENENDE PARTIJEN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Clausule 1
1
De Overeenkomst is van toepassing op de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart.
2
De Overeenkomst bevat ‘meer specifieke voorschriften’ betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de zin van artikel 14 van Richtlijn 93/104/EG van de Raad.
Clausule 2
1
Onder ‘arbeidstijd’ wordt verstaan de tijd waarin de werknemer werkzaam is, ter beschikking van de werkgever staat en zijn werkzaamheden of functie uitoefent, overeenkomstig de nationale wetten en/of praktijk.
2
Onder ‘mobiel personeel in de burgerluchtvaart’ wordt verstaan bemanningsleden aan boord van een burgerluchtvaartuig, in dienst van een onderneming gevestigd in een lidstaat.
3
Onder ‘bloktijd’ wordt verstaan de tijd tussen het moment waarop een vliegtuig voor het eerst zijn parkeerplaats verlaat om op te stijgen tot het moment waarop het op de aangeduide parkeerplaats tot stilstand komt en alle motoren zijn uitgezet.
Clausule 3
1
Mobiel personeel in de burgerluchtvaart heeft recht op een betaald verlof van minstens vier weken per jaar, overeenkomstig de voorwaarden voor het recht op en het toekennen van een dergelijk verlof krachtens de nationale wetgeving en/of praktijk.
2
De minimumperiode van betaald verlof mag niet worden vervangen door een geldelijke vergoeding, behalve bij beëindiging van de arbeidsverhouding.
Clausule 4
1
a)
Mobiel personeel in de burgerluchtvaart heeft recht op een gratis medische keuring alvorens het voor de arbeid wordt ingezet en daarna op gezette tijden;
b)
Mobiel personeel in de burgerluchtvaart met gezondheidsproblemen waarvan vaststaat dat deze verband houden met het feit dat het ook 's nachts werkt, krijgt indien mogelijk mobiel of niet-mobiel passend dagwerk.
2
Bij de in lid 1, onder a), bedoelde gratis medische keuring moet het medisch geheim worden gerespecteerd.
3
De in lid 1, onder a), bedoelde gratis medische keuring kan deel uitmaken van de nationale gezondheidszorg.
Clausule 5
1
Mobiel personeel in de burgerluchtvaart geniet ten aanzien van veiligheid en gezondheid een mate van bescherming die op de aard van hun werk is afgestemd.
2
De passende beschermings- en preventiediensten of -voorzieningen voor de veiligheid en de gezondheid van mobiel personeel in de burgerluchtvaart staan steeds ter beschikking.
Clausule 6
De nodige maatregelen worden genomen opdat een werkgever die voornemens is de werkzaamheden volgens een bepaald rooster in te delen, rekening houdt met het algemene beginsel van de aanpassing van de arbeid aan de mens.
Clausule 7
Informatie betreffende specifieke roosters van mobiel personeel in de burgerluchtvaart dient aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking te worden gesteld, wanneer deze daarom vragen.
Clausule 8
1
De arbeidstijd moet worden vastgesteld onverminderd enige toekomstige Gemeenschapswetgeving inzake beperkingen van de vlieg- en de diensttijden en vereisten inzake de rusttijden, en in combinatie met de nationale wetgeving over dit onderwerp, die bij alle hiermee verband houdende aangelegenheden in aanmerking moet worden genomen.
2
De maximale werktijd per jaar, met inbegrip van een aantal elementen betreffende het stand-by zijn voor de dienst zoals vastgesteld in de van toepassing zijnde wetgeving, bedraagt 2 000 uur, waarvan ten hoogste 900 uur bloktijd.
3
De maximale werktijd per jaar moet zo gelijk mogelijk over het jaar worden gespreid.
Clausule 9
Onverminderd clausule 3 krijgt het mobiel personeel in de burgerluchtvaart dagen vrij van dienst en stand-by, die vooraf worden gemeld, en wel als volgt:
- a)
minstens 7 lokale dagen in elke kalendermaand, met inbegrip van eventuele wettelijke rustperioden; en
- b)
minstens 96 lokale dagen in elk kalenderjaar, met inbegrip van eventuele wettelijke rustperioden.
Clausule 10
Twee jaar na afloop van de in het besluit van de Raad betreffende de uitvoering van deze Overeenkomst vastgelegde toepassingsperiode worden de bovenstaande bepalingen door de partijen opnieuw besproken.
Brussel, 22 maart 2000
Association of European Airlines (AEA)
Karl-Heinz Neumeister,
secretaris-generaal
Manfred Merz,
vice-voorzitter van de Commissie Sociale Zaken van de AEA, voorzitter van het onderhandelingsteam
European Transport Workers' Federation (ETF)
Brenda O'Brien,
adjunct-secretaris-generaal
Betty Lecouturier,
president, comité cabinepersoneel
Bent Gehlsen,
lid van het onderhandelingsteam, comité cabinepersoneel
European Cockpit Association (ECA)
Gezagvoerder Francesco Gentile,
voorzitter
Gezagvoerder Bill Archer,
vice-voorzitter
Giancarlo Crivellaro,
secretaris-generaal
European Regions Airline Association (ERA)
Mike Ambrose,
directeur-generaal
The International Air Carrier Association (IACA)
Marc Frisque,
directeur-generaal
Allan Brown,
directeur, luchtvaartbeleid- en industriezaken