Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 220 Gebruik van de toezichthoudersbenadering van volatiliteitsaanpassingen voor kaderverrekeningsovereenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Instellingen die de ‘volledig aangepaste blootstellingswaarde van de post’ (E*) berekenen met betrekking tot de blootstellingen die vallen onder een toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst met betrekking tot effectenfinancieringstransacties of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties, berekenen de toe te passen volatiliteitsaanpassingen aan de hand van de in de artikelen 223 tot en met 227 beschreven toezichthoudersbenadering van volatiliteitsaanpassingen voor de uitgebreide benadering van financiële zekerheden.
Voor de toepassing van de eigenramingenbenadering gelden dezelfde voorwaarden en vereisten als die welke in het kader van de uitgebreide benadering van financiële zekerheden van toepassing zijn.
2.
Voor de berekening van E* doen de instellingen het volgende:
- a)
zij berekenen de nettopositie in elke groep van effecten of in elk type van grondstoffen door het bedrag onder ii) af te trekken van het bedrag onder i):
- i)
de totale waarde van een groep effecten of van grondstoffen van hetzelfde type die overeenkomstig de kaderverrekeningsovereenkomst zijn uitgeleend, verkocht of geleverd;
- ii)
de totale waarde van een groep effecten of van grondstoffen van hetzelfde type die overeenkomstig de kaderverrekeningsovereenkomst zijn geleend, gekocht of ontvangen;
- b)
zij berekenen de nettopositie in elke andere valuta dan de vereffeningsvaluta van de kaderverrekeningsovereenkomst door het bedrag onder ii) af te trekken van het bedrag onder i):
- i)
de som van de totale waarde van de in die valuta luidende effecten die uit hoofde van de kaderverrekeningsovereenkomst zijn uitgeleend, verkocht of geleverd, en het in die valuta luidende bedrag in contanten dat uit hoofde van die overeenkomst is uitgeleend of overgemaakt;
- ii)
de som van de totale waarde van de in die valuta luidende effecten die uit hoofde van de kaderverrekeningsovereenkomst zijn geleend, gekocht of ontvangen, en het in die valuta luidende bedrag in contanten dat uit hoofde van die overeenkomst is geleend of ontvangen;
- c)
zij passen de waarde van de volatiliteitsaanpassing of, in voorkomend geval, de absolute waarde van de volatiliteitsaanpassing die voor een bepaalde groep effecten of voor een bepaald type grondstoffen passend wordt geacht, toe op de absolute waarde van de positieve of de negatieve nettopositie in de effecten binnen die groep effecten, of op de grondstoffen van dat soort grondstoffen;
- d)
zij passen de volatiliteitsaanpassing in verband met het wisselprijsrisico (fx) toe op de positieve of negatieve nettopositie in iedere andere valuta dan de vereffeningsvaluta van de kaderverrekeningsovereenkomst.
3.
De instellingen berekenen E* overeenkomstig de volgende formule:
De instellingen berekenen E * volgens de onderstaande formule:
waarbij:
i | = de index die alle onder de overeenkomst vallende afzonderlijke effecten, grondstoffen of kasposities aangeeft, die ofwel zijn uitgeleend, verkocht met een overeenkomst om deze terug te kopen, of die door de instelling bij de tegenpartij worden gedeponeerd; |
j | = de index die voor alle onder de overeenkomst vallende afzonderlijke effecten, grondstoffen of kasposities aangeeft, die ofwel zijn ontleend, gekocht met een overeenkomst om deze opnieuw te verkopen, of die door de instelling worden gehouden; |
k | = de index die alle afzonderlijke valuta aangeeft waarin onder de overeenkomst vallende effecten, grondstoffen of kasposities luiden; |
Ei | = de blootstellingswaarde van effect, grondstof of kaspositie i die ofwel is uitgeleend, verkocht met een overeenkomst om deze terug te kopen, of bij de tegenpartij is gedeponeerd op grond van de overeenkomst die bij gebreke van kredietprotectie van toepassing zou zijn indien instellingen de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig hoofdstuk 2 of 3, naargelang het geval; |
Cj | = de waarde van effect, grondstof of kaspositie j die ofwel is ontleend, gekocht met een overeenkomst om deze opnieuw te verkopen, of die door de instelling wordt gehouden krachtens de overeenkomst; |
= de nettopositie (positief of negatief) in een bepaalde valuta k niet zijnde de vereffeningsvaluta van de overeenkomst, als berekend overeenkomstig lid 2, punt b); | |
= wisselkoers-volatiliteitsaanpassing voor valuta k; | |
Enetto | = de nettoblootstelling van de overeenkomst, als volgt berekend: |
waarbij:
l | = de index die alle onderscheiden groepen van dezelfde effecten en alle onderscheiden typen van dezelfde grondstoffen aangeeft die onder de overeenkomst vallen; |
= de nettopositie (positief of negatief) in een bepaalde onder de overeenkomst vallende groep effecten l of soort grondstoffen l, berekend overeenkomstig lid 2, punt a); | |
= de volatiliteitsaanpassing die passend is voor een bepaalde groep effecten l of voor een bepaalde soort grondstoffen l, bepaald overeenkomstig lid 2, punt c); het teken van wordt als volgt bepaald:
| |
N | = het totale aantal onderscheiden groepen van dezelfde effecten en onderscheiden soorten dezelfde grondstoffen die onder de overeenkomst vallen; ten behoeve van deze berekening worden groepen en soorten bedraagt, niet meegerekend; |
Ebruto | = de brutoblootstelling van de overeenkomst, als volgt berekend: |
4.
Voor de berekening van risicogewogen posten en verwachte verliesposten voor retrocessietransacties of transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties die onder kaderverrekeningsovereenkomsten vallen, gebruiken de instellingen E*, als berekend overeenkomstig lid 3, voor de toepassing van artikel 113 in het kader van de standaardbenadering of van hoofdstuk 3 in het kader van de IRB-benadering als de waarde van de blootstelling met betrekking tot de tegenpartij welke voortvloeit uit de transacties die onder de kaderverrekeningsovereenkomst vallen.
5.
Voor de toepassing van de leden 2 en 3 wordt onder groep van effecten verstaan, de effecten die door dezelfde entiteit op dezelfde datum zijn uitgegeven, die dezelfde looptijd hebben en waarvoor dezelfde voorwaarden en dezelfde liquidatieperiode gelden als vermeld in de artikelen 224 en 225, naar gelang van het geval.