Regeling geluidniveaus aan boord van vissersvaartuigen
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2000
- Redactionele toelichting
Deze Rijksregeling is voor Nederland en Aruba in werking getreden.
- Bronpublicatie:
17-08-2000, Stcrt. 2000, 169 (uitgifte: 01-09-2000, regelingnummer: DGG/J-00/004487)
- Inwerkingtreding
01-11-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-08-2000, Stcrt. 2000, 169 (uitgifte: 01-09-2000, regelingnummer: DGG/J-00/004487)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Ten aanzien van het gebruik van apparatuur gelden de volgende voorschriften:
- a.
bij het meten van fluctuerende geluidniveaus-A wordt een integrerende geluidniveaumeter gebruikt;
- b.
een ijkbron is goedgekeurd door de fabrikant van de desbetreffende geluidniveaumeter. IJkbronnen voor precisiegeluidniveaumeters zijn tot op ca. 0,3 dB(A) nauwkeurig, voor standaardgeluidniveaumeters tot op ca. 0,5 dB(A);
- c.
de geluidniveaumeter en de ijkbron worden ten minste elke twee jaar geijkt door een door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie aangewezen instituut;
- d.
een microfoon-windscherm wordt gebruikt indien er sprake is van een aanzienlijke luchtbeweging. De invloed van het windscherm op het meetniveau van soortgelijke geluiden is niet groter dan 0,5 dB(A) onder omstandigheden zonder wind;
- e.
in alle situaties waarin een standaardgeluidniveaumeter (klasse 2) wordt gebruikt, worden de afgelezen waarden vermeerderd met 3 dB(A) als compensatie voor de geringere nauwkeurigheid van dit instrument.