Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 15.43 (tussenbeschikking voorlopige schadeloosstelling)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De rechtbank stelt zo spoedig mogelijk de voorlopige schadeloosstelling voor elke belanghebbende vast. Die schadeloosstelling is gelijk aan het aanbod dat is gedaan bij het verzoekschrift, tenzij de rechtbank aanleiding ziet de voorlopige schadeloosstelling vast te stellen op een ander bedrag of toe te wijzen aan een andere belanghebbende.
2.
De rechtbank kan bepalen dat de voorlopige schadeloosstelling wordt geconsigneerd volgens de Wet op de consignatie van gelden.