Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 6.2.18 Homologatie; weigering
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
De rechtbank bepaalt na afloop van de behandeling de dag waarop zij, met de meeste spoed, uitspraak zal doen en deelt deze dag mee aan degenen die in de procedure zijn verschenen.
2.
De rechtbank zal de homologatie weigeren:
- a.
indien de baten van de boedel de som, bij het akkoord bedongen, aanmerkelijk te boven gaan;
- b.
indien de nakoming van het akkoord niet voldoende is gewaarborgd;
- c.
indien het akkoord door bedrog, door begunstiging van een of meer schuldeisers of met behulp van andere oneerlijke middelen is tot stand gekomen, onverschillig of de schuldenaar dan wel een ander daartoe heeft meegewerkt;
- d.
indien de curator in een hoofdprocedure als bedoeld in artikel 2.2.6, derde lid, zijn instemming aan het akkoord heeft onthouden, tenzij de rechtbank van oordeel is dat het akkoord de financiële belangen van de schuldeisers van de hoofdprocedure niet aantast.
3.
De rechtbank kan ook op andere zwaarwegende gronden en ook ambtshalve de homologatie weigeren.