Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 11a.2.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
13-12-2016, Stcrt. 2016, 68762 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: WJZ/16181050)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2016, Stcrt. 2016, 68762 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: WJZ/16181050)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Een verzoek om instemming met een rapport inzake grote gevaren of een gewijzigd rapport inzake grote gevaren wordt voor zover het rapport betrekking heeft op een niet-productie-installatie of op een productie-installatie die is gelegen op het continentaal plat of in de territoriale zee en deze productie-installatie is gelegen aan de zeezijde van de in de bijlage bij de wet vastgestelde lijn, ten minste twaalf weken voor aanvang van de activiteit of uitvoering van de wijziging of ontmanteling ingediend.
2.
Een rapport inzake grote gevaren of een gewijzigd rapport inzake grote gevaren voor een productie-installatie op een andere locatie dan bedoeld in het eerste lid, wordt ten minste twaalf weken voor aanvang van de activiteit of uitvoering van de wijziging of ontmanteling ingediend.
3.
De inspecteur-generaal der mijnen beslist binnen twaalf weken op het verzoek bedoeld in het eerste lid.