Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.9.2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
Bij de aanvraag om een vergunning tot gebruik van een groeve voor een ander doeleinde als bedoeld in artikel 151 van het besluit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
het tijdvak waarvoor de vergunning wordt gevraagd;
- b.
een kaart van de boven- en de ondergrond van de groeve, waarop het voorgenomen gebruiksgebied is aangegeven, met daarbij de gegevens, genoemd in artikel 1.9.1, onderdelen b en c;
- c.
een omschrijving van het doeleinde waarvoor de groeve zal worden gebruikt;
- d.
een beschrijving van de voorgenomen wijzigingen van de groeve voor het voorgenomen gebruik;
- e.
een beschrijving van de wijze waarop de niet gebruikte delen worden afgesloten;
- f.
een beschrijving van de wijze waarop en frequentie waarmee de metingen naar de gesteentemechanische veiligheid in de groeve worden gedaan, en
- g.
een beschrijving van de maatregelen ter bescherming van de veiligheid met oog op instorting.