Einde inhoudsopgave
Erfgoedwet
Artikel 4.22 Verbod op buiten Nederland brengen zonder toestemming
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
09-12-2015, Stb. 2015, 511 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken: 34109)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2015, Stb. 2016, 14 (uitgifte: 12-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het is verboden een cultuurgoed dat deel uitmaakt van een openbare collectie die is vermeld in de inventarislijst van een museum, een archief of een vaste collectie van een bibliotheek, en waarvan de Staat of een ander openbaar lichaam eigenaar is, buiten Nederland te brengen zonder dat de eigenaar daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.
2.
Indien de eigenaar zich daarover niet verklaart, kan zijn toestemming op verzoek van een belanghebbende worden vervangen door een vergunning van Onze Minister.
3.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt ook voor een cultuurgoed dat deel uitmaakt van:
- a.
een inventarislijst van cultuurgoederen van cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis waarvan een kerkgenootschap, een zelfstandig onderdeel daarvan, of een ander genootschap op religieuze grondslag eigenaar is;
- b.
een openbare collectie die is vermeld in de inventarislijst van een museum, een archief of een vaste collectie van een bibliotheek, en waarvan de eigendom berust bij een privaatrechtelijke rechtspersoon die in overwegende mate wordt gefinancierd door subsidie die door de Staat of een ander overheidslichaam wordt verstrekt, en die door Onze Minister voor de toepassing van dit verbod is aangewezen;
- c.
de lijst van museale cultuurgoederen van de Staat, bedoeld in artikel 2.6, tweede lid.
4.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt bovendien voor:
- a.
rijksmonumenten en onderdelen daarvan;
- b.
onrechtmatig opgegraven archeologische vondsten; en
- c.
archiefbescheiden en onderdelen daarvan als bedoeld in artikel 1, onder c, onder 1 tot en met 3, van de Archiefwet 1995, die ouder zijn dan vijftig jaar.
5.
Artikel 4.3 is van overeenkomstige toepassing.