Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie
Artikel 4 [Vereisten in Staat van herkomst]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1995
- Bronpublicatie:
29-05-1993, Trb. 1996, 94 (uitgifte: 04-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-1993, Trb. 1996, 94 (uitgifte: 04-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Een adoptie als bedoeld in dit Verdrag kan slechts plaatsvinden indien de bevoegde autoriteiten van de Staat van herkomst:
- a.
hebben vastgesteld dat het kind in aanmerking komt voor adoptie;
- b.
na de mogelijkheden tot plaatsing van het kind in zijn Staat van herkomst naar behoren te hebben onderzocht, hebben vastgesteld dat een interlandelijke adoptie het hoogste belang van het kind dient;
- c.
zich ervan hebben vergewist
- 1.
dat de personen, instellingen en autoriteiten, wier toestemming voor de adoptie vereist is, zonodig voorlichting hebben ontvangen en naar behoren zijn ingelicht over de gevolgen van hun toestemming, met name over de vraag of adoptie zal leiden tot de beëindiging van de rechtsbetrekkingen tussen het kind en zijn familie van herkomst,
- 2.
dat deze personen, instellingen en autoriteiten hun toestemming vrijelijk hebben gegeven, in de wettelijk voorgeschreven vorm en dat deze toestemming op schrift is gegeven of vastgelegd,
- 3.
dat de toestemmingen niet zijn verkregen tegen betaling of in ruil voor enige andere tegenprestatie en dat zij niet zijn ingetrokken,
- 4.
dat de toestemming van de moeder, indien deze vereist is, eerst na de geboorte van het kind is gegeven, en
- d.
zich, rekening houdende met de leeftijd en het peil van ontwikkeling van het kind, ervan hebben vergewist
- 1.
dat het is voorgelicht en naar behoren ingelicht over de gevolgen van de adoptie en van zijn toestemming tot de adoptie, indien deze vereist is,
- 2.
dat de wensen en meningen van het kind in aanmerking zijn genomen,
- 3.
dat de toestemming van het kind tot de adoptie, indien deze vereist is, vrijelijk is gegeven, in de wettelijk voorgeschreven vorm, en dat deze toestemming op schrift is gegeven of vastgelegd, en
- 4.
dat deze niet is verkregen tegen betaling of in ruil voor enige andere tegenprestatie.